Veel onvermogen in debat neonics

Wetenschap, gewasbescherming en maatschappij blijken vaak een lastige combinatie. De voortdurende discussie over neonicotinoïden (neonics) is daarvan een treffend voorbeeld. Alle drie partijen gaan niet altijd van de de beschikbare waarheid uit, maar hebben hun eigen belangen, dus waarheden.

Piet BoonekampVoor de wetenschap is de waarheid in de natuur zeer complex. Wetenschap moet zich daarom beperken tot bestudering van onderdelen. Door de resultaten van alle onderdelen samen te brengen in een overkoepelende review, kan de waarheid worden benaderd.
Maar zo werkt het vaak niet. Ieder onderzoeksrapport moet opvallen. Niet met saaie resultaten, alleen met vergaande conclusies en interpretaties lukt dat. En als de onderzoeker nog voorzichtig is, dan trekt de pers dit wel uit hem. Dit patroon zie je ook bij de recente EASAC-review over neonics en bestuivers.
De meeste neonics-resultaten komen uit het honingbijonderzoek, die men extrapoleert naar de geconstateerde afname van allerlei andere bestuivers. Maar uit veel recent onderzoek blijkt dat het effect van neonics op de honingbij in de praktijk juist meevalt. De waarheid rond bestuivers moet dus noodgedwongen worden opgebouwd uit een opstapeling van deelinterpretaties.
Wat ook niet bijdraagt aan waarheidsvinding, is dat het omvangrijke onderzoek van de gewasbeschermingsindustrie niet wordt gebruikt, want het is niet gepubliceerd. Om nog meer op te vallen, gaan de conclusies en interpretaties van een review vaak veel verder dan de expertise van de auteurs.
Ook dit is het geval bij de EASAC-review: de auteurs hebben niet veel agronomische kennis, maar ze menen wel te kunnen adviseren dat de EU-regelgeving op het gebied van IPM geheel verkeerd wordt geïnterpreteerd. Zo ontstaat dus een EASAC-review die doorschiet in zijn interpretaties en dus in de waarheidsvinding.
De gewasbeschermingsindustrie heeft ook de schijn tegen dat ze uit is op waarheidsvinding. Deze industrie heeft veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van neonics en moet dat via jarenlange verkoop pogen terug te verdienen.
Als er nieuwe wetenschappelijke gegevens opkomen die de toelating dreigen te ondermijnen, zal het verweer van de industrie – wijzend naar eigen wetenschappelijke gegevens – dus niet direct door de maatschappij worden vertrouwd.
Die gegevens zijn veelal wel in te zien, maar niet in peer-reviewed artikelen gepubliceerd. Dat is een groot gemis, want de industrie heeft uitstekende onderzoekers in dienst en besteedt veel meer geld en tijd aan onderzoek naar de werking en risico’s van neonics dan alle academia samen. De industrie zet zich zo helaas bij de wetenschappelijke waarheidsvinding buitenspel.
En dan de maatschappij. De beschikbaarheid van voedsel is zo vanzelfsprekend geworden dat de maatschappij daar geen negatieve bijeffecten van wil zien. Niet waarheidsvinding op basis van wetenschappelijke resultaten is meestal de drijfveer, maar risico’s. Het gaat dan niet om de daadwerkelijke wetenschappelijk onderbouwde risico’s, maar om de risicoperceptie. En dan scoren neonics al gauw erg slecht, zeker als NGO’s en de pers dit vuurtje aanwakkeren.
Hoe komen we uit deze ‘aporie’ (Socrates): het onvermogen om een probleem tot een oplossing te brengen waar de pogingen ons steeds meer in dit onvermogen sterken?

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    11° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer