Politiek ongerust over gevolgen wet

De telefoons van LTO-beleidsmedewerkers en bij de LTO-informatiecentra stonden deze week roodgloeiend. Melkveehouders die willen weten hoe zij hun groeimogelijkheden kunnen berekenen en wat de gevolgen zijn voor de regels van grondgebondenheid voor hun bedrijf.
En daar bleef het niet bij. Er kwamen ook boze berichten van melkveehouders die zich grote zorgen maken over continuïteit van hun bedrijf. De regels voor grondgebondenheid maken uitbreiding in sommige gevallen niet of nauwelijks mogelijk. Want grond aankopen is duur en investeringen voor groei zijn vaak al gemaakt.
De problemen van de ondernemers kwamen ook terug in de vragen die Tweede Kamerleden deze week aan staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) stuurden.
De partijen willen meer weten over het mogelijk versneld bereiken van het fosfaatplafond, de boeren die door de AMvB in de knel komen, het invullen van regionale kringlopen en weidegang.

Knelgevallen

VVD, CDA, CU en SGP hebben twijfels of de knelgevallenregeling wel recht doet aan de situatie waarin een groep melkveehouders terecht is gekomen. De knelgevallenregeling richt zich alleen op bedrijven die hebben geïnvesteerd in mestverwerking. De partijen vragen zich af of niet een grotere groep boeren in aanmerking moet komen voor de knelgevallenregeling.
Dijksma gaf eerder aan dat een regeling kan worden getroffen voor bedrijven die al voor 7 november 2014 financiële verplichting zijn aangegaan voor mestverwerking voor hun gehele fosfaatoverschot. Die bedrijven mogen dat overschot voor de duur van de daartoe afgesloten overeenkomst laten verwerken.
De VVD wil van Dijksma weten of de huidige regeling wel afdoende is. Kunnen andere ondernemers die menen een knelgeval te zijn zich melden en is de staatssecretaris bereid om naar deze situaties te kijken, vraagt VVD-Kamerlid Helma Lodders.
CDA-Kamerlid Jaco Geurts stelt dat de AMvB meer bedrijven in problemen kan brengen. ‘Er zijn bedrijven die hebben geïnvesteerd in groei. Daarbij zijn ze ervan uitgegaan dat zij later aan zouden kunnen sluiten bij lopende mestverwerkingsinitiatieven. Of invulling zouden kunnen geven aan verwerking door middel van bijvoorbeeld een vervangende verwerkingsovereenkomst.’
Geurts wil ook weten of het denkbaar is dat de melkveefosfaatreferentie van 2013 wordt opgeschoven naar 2014, of vice versa, om tegemoet te komen aan sommige knelgevallen.
De SGP stelt dat een groep melkveehouders door de regelgeving voor forse grondverwervingsopgave staan terwijl dat voor hen onbetaalbaar en onhaalbaar is en onvoorzienbaar was. SGP wil een aparte knelgevallenregeling voor deze groep.

Fosfaatplafond

Partijen als de PvdA, SP, D66, CU, GL, SPG, PvdD willen weten of door de AMvB het fosfaatplafond eerder in zicht komt. En wat de eventuele gevolgen daarvan zijn. De Rabobank waarschuwde eerder dat het mestplafond snel zou worden bereikt.
De PvdA vreest dat snelle groeiers meer fosfaat produceren en daarmee de mogelijkheden voor rustige groeiers afremmen. ‘Dat zou zeker het geval zijn als er dierrechten voor melkvee worden ingevoerd’, aldus de PvdA.

Kringlopen

Het invullen van regionale kringlopen moet meer gestalte krijgen, vinden de partijen. En hoe denkt Dijksma dit te gaan doen? Het CDA vraagt zich af of het mogelijk is om regionale afzet mee te laten tellen als grondgebonden groei.
De CU wijst erop dat melkveehouders via mestplaatsingsovereenkomsten een deel van hun mest kwijtkunnen bij extensieve melkveehouders of akkerbouwers in de buurt. CU-Kamerlid Carla Dik-Faber pleit ervoor om de regionale afzet van mest, binnen een straal van 20 kilometer, in mindering kan worden gebracht op het melkveefosfaatoverschot.

Weidegang

Dijksma heeft een doelstelling gezet van 80 procent weidegang in 2020. De VVD stelt dat met deze doelstelling het convenant weidegang moet worden opengebroken om nieuwe afspraken te maken. Ook zijn er partijen zoals de SP en GL die weidegang wettelijk willen vastleggen als de doelstellingen niet gehaald worden.