‘Geen sprake van brak grondwater of kwel’

De provincie meldt dat alleen het Guisveld en het Euverenweggebied brak worden en niet, zoals eerder is overwogen, het zuidelijke deel van de polder. ‘Het noordelijke deel is al grotendeels natuur met beperkte agrarische activiteit, waardoor de impact op de sector kleiner is. Met de agrariërs die wel land in dit deel gebruiken of in eigendom hebben, worden maatwerkafspraken gemaakt.’
Ook wijst de provincie op de aanleg van stuwen om het brakke water in het gebied te houden en niet in andere delen van de polder terechtkomt. Verder komt in het noordelijke deel van de Nauernasche Vaart een sluis, die ervoor zorgt dat het brakke water niet naar het noorden stroomt. Voor de polder Assendelft komt een nieuwe inlaat vanuit het zoete deel van de Nauernasche Vaart.
Boeren hoeven dan ook niet te vrezen voor zoute kwel, vervolgt de provincie. ‘De watergangen in het Guisveld en het Euverenweggebied zijn nu zoet, met chloridegehaltes van rond de 400 milligram per liter. Met de verbrakking worden de chloridegehaltes gemiddeld 2.000 milligram, met uitschieters naar 3.000 milligram per liter. Dit is een lager gehalte dan in eerdere plannen.’
Ook verandert de structuur de polder niet. ‘Alleen het oppervlaktewater wordt verbrakt. Er is geen sprake van brak grondwater of brakke kwel’, stelt de provincie.
Verder blijven de weilanden in het Guisveld en het Euverenweggebied zoet. ‘Want het brakke water verspreidt zich niet goed door het veen. De invloed van het brakke water treedt vooral op in de oeverzones van de percelen. De te herstellen brakke natuurwaarden bevinden zich ook vooral in deze oeverzone.’

Maatregelen

Garanties op zoet oppervlaktewater hebben de boeren niet, maar de provincie realiseert ‘waar nodig’ een zoetwatervoorziening. Met Staatsbosbeheer en de agrariërs worden die maatregelen uitgewerkt.
Op de vraag of er een vergoedings- of uitkoopregeling komt, antwoordt de provincie dat ‘maatwerkmaatregelen’ in het verschiet liggen, die meerwaarde hebben voor de brakke natuur en de agrariër. ‘Denk aan uitruil van grond of het begrenzen van agrarische percelen als natuur, waardoor de agrariër met subsidies kan meewerken aan de verbrakking.’