Oplossing in zicht voor seizoenwerker

Jan van LiereDe onrust was de afgelopen weken groot, ook binnen de agrarische sector, toen een onbedoeld effect bekend werd van de nieuwe Wet Werk en zekerheid. Die treedt op 1 juli van dit jaar in werking en kent in plaats van de ontslagvergoeding een transitievergoeding.
Ook seizoenwerkers kunnen voor zo’n transitievergoeding in aanmerking komen wanneer de werkgever de tijdelijke arbeidsovereenkomst niet voortzet. Maatgevend voor de hoogte ervan is het arbeidsverleden in de afgelopen jaren, dus al lang voordat de wet er was.
In de land- en tuinbouw lijkt het gevolg te zijn dat veel seizoenwerkers die jarenlang terugkwamen op hetzelfde bedrijf, daar voortaan niet meer welkom zijn. Dat lijkt de enige manier voor ondernemers om het uitbetalen van hoge transitievergoedingen te voorkomen.

Kamer bezorgd

Een stevige lobby van LTO en van andere werkgeversorganisaties heeft effect gehad. In een Kamerdebat met minister Lodewijk Asscher (SZW) klonk woensdag breed de zorg door over de terugwerkende kracht en de onbedoelde gevolgen voor seizoenwerkers.
‘Het komt neer op een straf voor het jaar na jaar werken met dezelfde seizoenkrachten, met mensen uit de buurt die het werk graag doen’, stelde Steven van Weyenberg (D66) vast. ‘Die raken hun werk kwijt en de werkgever gaat ze voortaan bij het uitzendbureau halen.’
‘Het resultaat kan niet zijn dat werkgevers nu afscheid moeten nemen van veel trouwe werknemers’, meent ook Roos Vermeij (PvdA). Zij pleitte voor het betrekken van de sociale partners bij het vinden van een oplossing.
Ook CDA, VVD, PVV en Christen-Unie drongen bij minister Asscher aan op snelle actie. ‘Want 1 juli komt heel snel dichterbij’, aldus Carola Schouten (CU).
De enige fractie voor wie het allemaal niet hoeft, is de SP. ‘U loopt aan de leiband van tuinbouwbazen die verslaafd zijn aan goedkope arbeid. U maakt van seizoenwerkers weer ouderwets wegwerppersoneel’, verweet Paul Ulenbelt de andere partijen. Hij vroeg Asscher tevergeefs om ‘de rug recht te houden’.
De bewindsman reageerde dat het nadrukkelijk de bedoeling is van de Wet werk en zekerheid om flexwerkers meer zekerheden te bieden. ‘Daar hoort ook bij dat je ze een vergoeding geeft. We hebben daar bewust voor gekozen.’
Hij erkent echter dat het meetellen van oude arbeidscontracten die niet langer dan zes maanden onderbroken waren, voor een deel van de seizoenwerkerkers en hun werkgevers gevolgen heeft die niet zo bedoeld waren.
De transitievergoeding op zich weigert Asscher ter discussie te stellen. ‘Maar voor onredelijke vergoedingen die het gevolg zijn van de terugwerkende kracht wil ik kijken of er een oplossing mogelijk is’, zegde hij de Kamer toe.
Hij wil die oplossing in goed overleg met de sociale partners vinden. Een wijziging van de Wet werk en zekerheid sluit de bewindsman niet uit, al is dat volgens hem ‘geen sinecure’. Hij waarschuwde dat eventuele aanpassingen niet tot nieuwe onbedoelde effecten mogen leiden.
Over twee weken wil Asscher al een voorstel aan de Kamer voorleggen. Die zal er dan op heel korte termijn met hem over in debat gaan.

Verheugd

LTO Nederland reageert verheugd op de brede steun die de lobby kreeg van Kamerfracties. Met de aangedragen argumenten en concrete berekeningen van de financiële gevolgen wist de Kamer de minister, die eerder geen actie wilde ondernemen, op andere gedachten te brengen.
Inmiddels zijn de eerste gesprekken om te komen tot een breed gedragen oplossing al gevoerd. De komende week is er overleg met het ministerie van SZW. LTO is daar nauw bij betrokken. De organisatie hecht er veel belang aan dat er alternatieven komen die in de praktijk ook werkelijk soelaas bieden voor werkgevers en werknemers.