‘Meer contact tussen bestuur en leden’

Berrie Klein SworminkDeze uitspraak typeert de rechttoe rechtaan mentaliteit van Janssen en zijn gedrevenheid om er te zijn voor de leden. ‘Dat ik ja heb gezegd toen ze me vroegen voor deze functie, is omdat ik een groot hart heb voor de pluimveehouderij en wat wil betekenen voor onze sector.’
In bestuurlijk agrarisch Nederland is de Drent nog relatief onbekend. Hij begon vorig jaar als bestuurslid van de kring vleeskuikenhouders van LTO/NOP. Sinds januari van dit jaar is hij nu dus het boegbeeld van LTO Noord Pluimveehouderij. Door die benoeming is Janssen ook lid geworden van het landelijke bestuur van LTO/NOP.
‘Dat ik hiermee de tweede vleeskuikenhouder ben in het landelijke bestuur, doet recht aan de verhoudingen binnen de pluimveehouderij. Wat dat betreft vind ik het positief dat nu eens iemand vanuit de vleeskuikenhouderij de kar trekt bij LTO Noord.’
In Zuidvelde heeft Janssen met echtgenote Corina en zijn ouders een vleeskuikenbedrijf met 360.000 dierplaatsen, verdeeld over tien stallen. Samen met één vaste medewerker zetten de maten het werk rond. Bij arbeidspieken maken ze gebruik van zzp’ers.
Bij het bedrijf hoort 80 hectare akkerbouwgrond. ‘Dat areaal verhuren we volledig aan gespecialiseerde akkerbouwers. Bij ons draait het om de kuikens. Daar willen we ons volledig op kunnen richten.’

Houtkachel

De ondernemer wil efficiënt en duurzaam produceren. Daarom heeft hij onder meer geïnvesteerd in een houtkachel om de stallen te verwarmen. ‘We maken gebruik van snoeihout uit Drenthe en Groningen. Dat heeft een kleinere CO2-footprint en is daarmee milieuvriendelijker dan het gebruik van fossiele brandstoffen.’
Voor het verzamelen van de vleeskuikens bij het afleveren naar de slachterij beschikt Janssen over een eigen vangmachine. ‘Dat was een investering die goed uitpakt voor het welzijn van zowel mens als dier. Door de schaalgrootte van ons bedrijf lukt het ook om de vangmachine financieel rendabel te laten werken.’
Janssen stelt vast dat er op het gebied van belangenbehartiging voor de pluimveehouderij veel te doen is. Daar heeft hij zin in. ‘De afgelopen jaren is er te veel blijven liggen. Dat kwam onder meer door het in elkaar schuiven van LTO en de NOP, de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders. De afgelopen twee jaar kwam daar de afschaffing van het productschap bij. Het kostte bestuurders veel tijd om de gevolgen daarvan op te vangen.’
Volgens Janssen zijn LTO en NOP ondertussen goed geïntegreerd. ‘Ik vind het wel goed dat er nog steeds sprake is van LTO/NOP. Voor veel leden is de NOP een vertrouwd begrip. Dat moeten we niet zomaar loslaten.’

Helikopterview

Dat hij alle deelsectoren vertegenwoordigt, was voor Janssen even wennen. ‘Daar heb ik goed over nagedacht, toen ik hiervoor werd gevraagd. Ik heb meer een helikopterview nodig om de belangen voor alle pluimveehouderijsectoren goed te kunnen behartigen. Daar zet ik me voor in’, vertelt het nieuwe boegbeeld.
Een speerpunt voor Janssen is het contact met de leden. ‘Er is meer communicatie nodig met de achterban. Als bestuurders moeten we herkenbaar en benaderbaar zijn. Daar zijn veel mogelijkheden voor. Denk aan een digitaal platform om elkaar te treffen en het periodiek sturen van nieuwsbrieven’, zegt hij.
‘Als bestuurder moeten we ons verantwoorden naar de achterban. Leden moeten ons beter kunnen bereiken. Wij moeten weten wat er leeft. Ik zit er niet om achteraf commentaar te krijgen over onze inzet. Liever hoor ik van tevoren hoe leden erover denken.’
Janssen is voorstander van samenwerking van LTO/NOP met de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP). ‘Dat is geen pleidooi voor fusie. Wel denk ik dat we qua belangenbehartiging als sector in een situatie zitten waarover we niet 100 procent tevreden kunnen zijn. Ik denk dat we toe moeten naar eenheid bij het naar buiten treden. LTO/NOP en NVP weten elkaar gelukkig steeds beter te vinden.’