Carnaval

Op het moment dat ik deze column ga schrijven, hoor ik op de achtergrond stevige muziek. Deze muziek komt uit een schuur waarin een groep jongeren een eigen creatie aan het maken is, een carnavalswagen welteverstaan.
Wanneer ik in mijn dorp Prinsenbeek, tijdens deze periode omgedoopt tot Boemeldonck, rondkijk zie ik een enorme verbinding tussen boeren en tuinders en de maatschappij. Collega-ondernemers die hun ruimte beschikbaar stellen voor de jeugd, maar ook volwassenen die hier hun wagens bouwen. Een mooi gebaar in mijn ogen.
Nog een week en dan barst het feest los. Tot die tijd zien we de bouwers in hun laatste dagen hard zwoegen om alles op tijd af te krijgen. Er wordt samengewerkt, overlegd, geïmproviseerd en bovenal plezier gemaakt. Een leerproces dat uniek is.
Op tal van momenten blijkt maar weer hoe belangrijk de land- en tuinbouw is. Vaak vergeten we waarin we als sector van meerwaarde zijn.
Immers, en begrijpelijk, gaat onze eerste aandacht uit naar het productieproces. Maar laten we die momenten waarop we in contact zijn met de omgeving optimaal benutten. Of dat nu een open dag, een schoolklas op bezoek, een wandelpad of het bieden van onderdak aan een fanatieke groep jongeren is, dat maakt niet uit.
Natuurlijk is het zo dat je hiermee lang niet alles oplost, maar we geven wel een signaal af. Als iedereen met zijn of haar bedrijf een bijdrage levert, kunnen we wel zorgen dat we begrip kweken in onze omgeving. Niet voor niets hanteert ZLTO de kreet ‘samen vernieuwend boeren’.
Ik kijk in ieder geval uit naar de mooiste optocht van Noord-Brabant volgende week zondag. Een evenement dat zonder ons als boeren en tuinders onmogelijk zou zijn.

Remco Beekers