Rumoer door fouten RVO

Pieter StokkermansDoor een storing bij het meldsysteem voor het aanmelden van VVO’s en drie-partijenovereenkomsten (DPO’s) waren deze overeenkomsten in de dagen voor kerst niet aan de overheid door te geven. Tot overmaat van ramp bleek ook het callcenter niet bereikbaar.
Als pleister op de wonde is heeft de RVO de openstelling voor het aanmelden van DPO’s en VVO’s verlengd tot en met 9 januari 2015.

Verkeerde aanname

Verder kunnen melkveehouders hun melkveefosfaatreferentie controleren. Hiervoor is het gemiddeld aantal stuks melkvee en de plaatsingsruimte fosfaat in 2013 bepalend. De RVO ging er daarbij van uit dat een dier ouder dan twee jaar wordt geteld als melkkoe, hoewel veel dieren op latere leeftijd afkalven.
Dit heeft best een groot effect, laat Arnold Froklage, adviseur Mestregelgeving bij Agrifirm Exlan, desgevraagd weten. ‘Door deze aanname zijn er minder pinken op het bedrijf, maar meer melkkoeien. Ook daalt hierdoor de melkproductieproductie per koe.’ Deze fout in de rekenmethode is inmiddels overigens aangepast.
Verder signaleert Froklage dat er percelen zijn ingedeeld met de verkeerde fosfaattoestand.

Voorlopige cijfers

De huidige cijfers zijn daarbij voorlopig. Waarschijnlijk worden begin februari de definitieve cijfers vastgesteld. ‘Het is daarom goed om de gegevens te controleren en bij eventuele fouten bezwaar aan te tekenen’, tipt de adviseur. ‘Het niet herstellen van een fout kan leiden tot een lagere referentie, waardoor een ondernemer in de toekomst meer mest moet verwerken of landbouwgrond moet regelen.’
Froklage merkt overigens op dat veel ondernemers niet in de gaten hebben dat ze de referentie digitaal kunnen bekijken. Dit is sinds medio december mogelijk via Mijn dossier op de website van de RVO. ‘Daarbij komt dat het lastig is om te vinden, behalve wanneer je weet waar die staat.’
De adviseur merkt op dat de verschillen groot zijn. ‘Bedrijven met betrekkelijk weinig grond die gegroeid zijn na 2013 of nog willen groeien, moeten toch rekening houden met een aardig hoge verwerkingsplicht. Maar met het sturen op mineralenefficiëntie is hier nog ontwikkelingsruimte te verdienen.’