Les in kalveropfok bij vleeskalverhouder

Henriët Dijk‘Je kunt je niet voorstellen dat een varkenshouder niks weet van de biggen die hij binnen krijgt. Dat hij geen contact heeft met de vermeerderaar’, vertelt Fije Visscher, tevens voorzitter LTO Noord Veluwerand en bestuurslid bij de Nederlandse Vereniging Vleeskalverhouders.
Toch is dat in zijn sector de praktijk. ‘Ik krijg 800 kalveren van 700 adressen. Elk kalf heeft zijn eigen verhaal dat wij niet kennen. We werken met vier à vijf man om de eerste week goed door te komen’, hield hij zijn gehoor voor.
Dierenartsenpraktijk Nijkerk-Wellensiek gaf dit voorjaar een tweedaagse workshop over de kalveropfok aan 35 boerinnen. ‘We merkten dat jongvee best vaak een punt van aandacht is op bedrijven’, zegt dierenarts Pauline Athmer, die het initiatief nam voor de theorie- en praktijklessen. Daarbij kwamen zaken als huisvesting, luchtcirculatie, voeding en ziektes aan bod.

Verontwaardigd

Athmers collega Kees-Wim Jobse trof echter een ietwat verontwaardigde Visscher. ‘Wij doen niks anders dan jongvee opfokken. Waarom zijn jullie niet bij mij geweest’, vroeg de vleeskalverhouder aan de dierenarts.
Daarom hielden de dierenartsen woensdag de ‘terugkomdag’ bij Visscher. Nu met enkele boeren erbij omdat er plaats over was.
Na een presentatie van Visscher over de gang van zaken op zijn bedrijf en binnen de vleeskalversector, volgde er een bezoek aan de stal.
‘Ik vond het heel leuk en interessant’, verwoordt boerin Sophie van Roomen de indruk van de hele groep. ‘Het oogde niet alsof er 800 kalveren in de stal stonden. Het was allemaal heel open. Er gaat ook veel meer werk zitten in het houden van kalveren dan ik had gedacht. Ik wist bijvoorbeeld niet dat ze de eerste weken zo vaak gecontroleerd werden.’

Glimmende vacht

Geerdine Torsius kende Visschers stal al van een eerder bezoek tijdens Kijk achter de Staldeur. De workshops vond ze interessant. ‘De kalveren zijn vanaf de eerste minuut mijn pakkie an’, zegt Torsius. ‘Ik heb wel wat veranderd na de cursus. Ik gaf altijd al biest direct na de geboorte, maar dat deed ik omdat mijn man het altijd zo deed. Nu weet ik dat er zoveel mogelijk melk in moet in de eerste uren. Want een kalf krijgt zijn antistoffen binnen via de biest van zijn moeder. Ook heb ik betere melkpoeder gekocht. Nu zien de kalveren er veel beter uit, met een glimmende vacht.’
Na het kijkje in de stal gaf dierenarts Athmer een presentatie over onder andere biest. ‘Als kalveren een goede start op het melkveebedrijf krijgen, doen ze het beter in de kalveropfok’, aldus Athmer.
‘Daar heb ik ook weer wat van geleerd’, vertelt Visscher. Volgens hem is met name de kennisuitwisseling van groot belang.

Verlengstuk

Ook zou hij graag vaker vanuit de kalverhouderij de verbinding willen zoeken met de melkveehouders. ‘Wij zijn een verlengstuk van jullie bedrijf’, gaf hij de bezoekers als afscheidswoorden mee.