Samenwerken ANV en waterschap loopt goed

Marjolein van WoerkomZijn sloten in de Diemerbroekerpolder zijn geflankeerd door rietkragen, gele lis en lisdodde. De slootkanten van zijn buurman liggen er strak en glad bij. ‘Ik wil me graag inzetten voor schone, diepe en natuurlijke sloten’, zegt melkvee- en geitenhouder Harold Vlooswijk uit het Utrechtse Papekop. ‘Het landschap krijgt daardoor een natuurlijkere uitstraling en planten en dieren keren terug.’
Vlooswijk is gebiedscoördinator van het proefproject ‘Levendige Boerensloot’. Hij brengt de doelen van het waterschap en de uitwerking ervan bij elkaar. ‘Als ANV De Lange Ruige Weide werken we al jaren samen met andere ANV’s wat betreft groene en blauwe diensten. Dus toen het waterschap met dit project kwam, wilden we dat graag oppakken.’
Het hoogheemraadschap kwam dat goed uit. Dat is juist op zoek naar boeren die willen meewerken met groene en blauwe diensten. ‘Voor ons is dit een nieuwe manier van samenwerken’, zegt beleidsmedewerker Annette van Schie. ‘We zien grote voordelen in gebiedscollectieven. Ze werken als een loket. Wij hoeven boeren niet meer een-op-een te benaderen en de boeren hebben één aanspreekpunt, de gebiedscoördinator. Iemand die het gebied kent, kennis van zaken heeft, de taal van de boeren spreekt en onze belangen snapt.’
Het project ‘Levendige Boerensloot’ is daar een eerste proef van. ‘Het vraagt een andere manier van werken’, zegt Vlooswijk. ‘Normaal gesproken baggerden we om de vijf tot acht jaar met een kraanbak en trokken we al het leven uit de sloten. In dit project baggeren we elk jaar met een baggerspuit, waardoor sloten diep blijven, flora en fauna overleven en mineralen beter benut worden. Ook sparen we de oeverbegroeiing met deze werkwijze.’
Ecologisch is de spuit een enorme verbetering, economisch gezien kost het meer. ‘Deze manier van baggeren, het monitoren en het extra werk om de begroeiing te beheren kosten mij 130 euro per kilometer extra ten opzichte van traditioneel slootonderhoud’, zegt Vlooswijk, die in totaal 7 kilometer aan slootkanten heeft.
‘Voor de vijf jaar dat het project loopt, worden de meerkosten echter vergoed door het waterschap. En provincie Utrecht draagt de organisatiekosten.’

Meer boeren

Dit jaar doen tien boeren mee. Volgend jaar komen daar nog tien boeren bij. Behalve contracten afsluiten wordt er gemonitord om de effecten te meten. De boeren doen dat met het waterschap en vrijwilligers.
De Stichtse Rijnlanden is ook in andere delen van haar werkgebied bezig met proefprojecten. Het doel is om in 2016 met vier gebiedscollectieven aan de slag te gaan. Daarbij blijven de ANV’s overeind, benadrukt Vlooswijk. ‘Elke ANV heeft toch zijn eigen koninkrijkje, maar door de overkoepelende samenwerking kun je met projecten als dit wel op grotere schaal iets bereiken.’