Syngenta onderzoekt effecten van duurzaamheid

Haijo DoddeHet project is onderdeel van de Good Growth Plan (GGP) van Syngenta. Dit duurzaamheidsplan is gelanceerd in 2013 en loopt tot 2020. Het plan is gebaseerd op beloftes die Syngenta doet ten aanzien van hogere producties met minder input, verbetering van bodemvruchtbaarheid, stimulering van biodiversiteit en betere gezondheid en minder armoede voor mensen die in de landbouw werken.
Duurzaamheidsmanager Jan Bouwman van Syngenta in de Benelux gaf vorige week in Andijk een toelichting op de bedrijfsvergelijking in verschillende plantaardige sectoren en in een groot aantal landen. Hij vertelde dat Syngenta in Nederland negen fruitbedrijven begeleidt op basis van de eigen duurzaamheidsprincipes. De resultaten worden vergeleken met vijfentwintig gangbare fruitbedrijven.

Bloemenstroken

‘Het betreft allemaal fruitbedrijven waar in elk geval Elstar en Conference geteeld worden’, zegt Bouwman. ‘De bedrijven die wij begeleiden leggen onder meer bloemenstroken aan, maken zoveel mogelijk gebruik van biologische bestrijding en passen ook plantversterkers toe. Verder stellen we als voorwaarde dat ze hun restvloeistof uit de spuitmachine afvoeren via een Heliosec en geven wij trainingen over driftreductie.’
Bouwman legt uit dat de aanleg van bloemenstroken naast de biodiversiteit ook de bestuiving van de appel- en perenbomen verbetert. Syngenta gaat er van uit dat de stroken een positief effect hebben op productie, kwaliteit en houdbaarheid van het fruit.
Een extern onderzoeksbureau verzamelt jaarlijks de teeltresultaten en opbrengstgegevens van de fruitbedrijven en vergelijkt die met de standaardbedrijven. ‘Wij proberen aan te tonen dat het mogelijk is om met minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en water, toch meer kilo’s te oogsten.’
De bedrijfsvergelijking in Nederland is gestart op 1 januari 2014. Het eerste jaar verwacht Bouwman nog geen spraakmakende verschillen.
In totaal draaien wereldwijd vierduizend primaire landbouwbedrijven mee in het duurzaamheidsprogramma van Syngenta. In België betreft de vergelijking bijvoorbeeld groentebedrijven met vooral bloemkool in het bouwplan. In het Verenigd Koninkrijk wordt bij akkerbouwers beoordeeld wat het duurzaamheidseffect is van de teelt van hybridegerst ten opzichte van reguliere gerst.
‘Op elk niveau en onder alle omstandigheden testen we de effecten van duurzaamheid. Dat geldt voor Westerse landen, maar ook bijvoorbeeld voor Vietnam’, aldus Bouwman.

Grote uitdaging

Michael Kester, directeur van Syngenta in de Benelux, erkent dat het project met de bedrijfsvergelijkingen een grote uitdaging is voor het chemieconcern. ‘We willen de komende vijf jaar bewijzen dat meer aandacht voor duurzaamheid een positief effect kan hebben op de duurzaamheid.’
Naast de uitdaging begrijpt Kester heel goed dat de activiteiten van Syngenta ten aanzien van duurzaamheid bij de buitenwacht scepsis oplevert. ‘Natuurlijk zijn wij niet in de wereld om minder middelen te verkopen. We zijn er echter ook niet bij gebaat als onze middelen niet efficiënt ingezet worden. Good Growth Plan is primair gericht op meer productie en minder input, maar ook op behoud van landbouwgronden en dat is weer gunstig voor onze omzet.’