Hoogresistente rassen in vitrine

Haijo Dodde‘In ons rassenpakket hebben we een aantal nieuwe rassen die pootgoedtelers goed kunnen gebruiken om aardappelmoeheid op hun bedrijf te beheersen. Het zijn bovendien allemaal rassen waar veel belangstelling voor is en daarom een uitstekende marktwaarde hebben’, vertelt teeltspecialist Jarke Kruize van Semagri.
De resistente rassen die Semagri onder de aandacht wil brengen zijn Dartiest, Saprodi, Sarion, Scarlet, Simphony, Smaragd, Sofista, Stratos en Supporter. Dit zijn aardappelrassen voor de productie van zetmeel. Saprodi, Smaragd en Supporter zijn ook te gebruiken voor de vlokkenindustrie.

Relatieve vatbaarheid

Deze rassen hebben een breed spectrum aan resistenties tegen aardappelmoeheid, zowel Globodera rostochiensis (Ro) 1, 2 en 3 en Globodera pallida (Pa) 2 en 3 als verschillende fysio’s van wratziekte.
‘De meeste rassen hebben resistentiecijfers van 8 of 9. Bij een waardering van 9 varieert de relatieve vatbaarheid van 0 tot 1 procent’, legt Kruize uit. ‘Het betekent dat er in alle gevallen een sterke afname van aaltjes plaatsvindt.’
De relatieve vatbaarheid is een indicatie van de vermeerdering van aaltjes uitgedrukt als percentage van een volledig vatbaar ras zoals Désirée. Hoe lager het percentage, hoe minder vermeerdering ook bij een lage ziektedruk. ‘Met hoogresistente rassen is de kans op een besmetting van aardappelmoeheid een stuk kleiner’, zegt Kruize.
Volgens de teeltspecialist is er vooral vanuit de zetmeelindustrie in Nederland en Duitsland veel belangstelling voor Saprodi. Hij laat op een proefveld van Semagri in Emmeloord een proefrooiing zien van enkele stammen van het ras. Daarbij valt op dat het loof nog erg groen is.
‘Saprodi produceert uitzonderlijk mooie aardappelen, zeker in vergelijking met de traditionele zetmeelrassen. Naast dubbeldoel en hoogresistent voor zowel aardappelmoeheid als wratziekte is het ras hoogproductief. Het zetmeelgehalte loopt gemakkelijk op tot boven 20 procent en zeker op dalgronden groeien er veel tonnen onder een gewas Saprodi. In rassenproeven is het ons meermalen gelukt om omgerekend te komen tot een productie van 20 ton zetmeel per hectare.’

Miniknollen

Volgens Kruize is er voor komend teeltjaar nu al een tekort aan pootgoed. Om de ontwikkeling van het ras goed te laten verlopen en ook de komende jaren aan de vraag te kunnen voldoen wil Semagri vooral het areaal basispootgoed en de vermeerdering via miniknollen op korte termijn uitbreiden.