Meer melk met hoge robotefficiëntie

Dat stelde Frido Hamoen, melkveehouder uit Elst en werkzaam bij CRV in Arnhem, dinsdag tijdens de studieavond van Platform Roodbont in Laren. Melkveebedrijven met een lage robotefficiëntie kunnen op jaarbasis ruim 120.000 kilo melk minder leveren.

Robotefficiëntie is de melkgift in kilo’s gedeeld door de tijd die de koe doorbrengt in de melkrobot. Dit is de tijd tussen binnenkomst en verlaten van de robot, dus inclusief voorbehandelen, aansluiten en nabehandeling. Aan de database van CRV, die eind 2013 uit ruim 400 miljoen robotmelkingen bestaat, worden wekelijks 5 miljoen robotmelkingen toegevoegd.

De gemiddelde melkgift per robotmelking bedraagt 10,5 kilo, met een variatie van 3,1. De gemiddelde melktijd is 6,9 minuten met een spreiding van 2,2. Hieruit volgt een gemiddelde robotefficiëntie van 1,61 kilo melk per minuut, met een variatie van 0,52 kilo melk. Volgens Hamoen is de robotefficiëntie voor vaarzen lager; de overige lactaties zijn vergelijkbaar.

Fokwaarde

De gemiddelde robotefficiëntie van 1,61 is gemeten in een groep van 450 stieren. De dertien stieren met de hoogste robotefficiëntie realiseren gemiddeld 1,91 kilo per minuut; de dertien stieren met de laagste robotefficiëntie gemiddeld 1,32 kilo per minuut. De stieren met de hoogste robotefficiëntie hebben een fokwaarde voor melksnelheid die hoger is dan gemiddeld, net als de fokwaarde voor karakter.

Lees meer hierover deze zaterdag in Nieuwe Oogst