IFAJ-trip Kenia (1)

De eerste dag van de IFAJ-trip in Kenia zit erop, een dag die in het teken stond van de vleesproductie. En wat is dan een logische plek om de dag fris en fruitig te beginnen: juist, het slachthuis. In Kiserian ligt er een, zo'n 30 kilometer buiten Nairobi.

Je loopt er, met een witte slagersjas, zo naar binnen en je kijkt je ogen uit. Van het slachten en het uitbenen, het gesjouw met halve koeien naar gereedstaande pick-ups tot het verwerken van de ingewanden en het uitbenen van de koppen.

Dagelijks worden hier zo'n 150 koeien en 100 schapen en geiten geslacht en het slachthuis draagt fors bij aan de economische ontwikkeling van de veehoedende Masai en de bevoorrading van de 'hongerige stad' Nairobi.

Staartje

Maar de echte verrassing zit hem in het staartje van het hele slachtproces. Een compacte biogasinstallatie zet per dag 20 kuub bloed om in 200 kuub biogas. In eerste instantie werd dit gas met een generator omgezet in stroom voor eigen gebruik in het slachthuis.

Later werden er pijpjes getrokken naar 7 naburige hotels waar de koks er voor een vriendenprijsje op kunnen koken. Maar de grootste innovatie waar ze aan werken, is het 'draagbaar' maken van het gas door er ter plekke gasflessen mee te vullen.

Proefopstelling

Er staat een proefopstelling waarbij het gas in een autoband wordt gepompt die daarna dus verder door het leven gaat als, hoe zal ik het noemen, gasband.

Als het een beetje meezit hopen ze volgend jaar de eerste echte gasflessen te vullen met het biogas en die vervolgens voor een zachte prijs te slijten aan de arme bevolking die het nu met brandhout of houtskool moet doen. I

n veel gevallen zullen het de Masai zijn, dezelfde Masai die vooraan in de keten hun vee hebben aangeboden voor de slacht.

Morgen staat de zuivel centraal.

Douwe Korting