'Het aanpassingsvermogen van Nederlandse agrariërs is echt ongekend bijzonder'
Tien jaar geleden dook Nieuwe Oogst met de serie Jonge Helden in het leven van Nederlandse boeren en tuinders. In deze eindejaarsspecial blikken we samen met een aantal van hen terug en vooruit. Daarnaast spreken we voormalig NAJK-voorzitter Andre Arfman, de huidige jongerenvertegenwoordiger Petra Commijs van LTO Noord en agrocoach Dik Veefkind. Hoe kijken zij naar de kansen en uitdagingen van toen, nu en in de toekomst?
Dat er in de afgelopen tien jaar veel is gebeurd, is geen nieuws. Voor het verschijnen van het eerste portret in de serie Jonge Helden had de melkveehouderij al afscheid genomen van het melkquotum, maar kwam het fosfaatrechtenstelsel daarvoor terug. Later kwam daar, naast de vele andere ontwikkelingen, ook nog eens de stikstofproblematiek bij. Daarvoor hebben politici nog steeds geen duidelijke kaders opgenomen in de wet.
De ontwikkelingen in andere deelsectoren stonden ook niet stil. Denk aan de varkens-, pluimvee-, geiten- en schapenhouderij, maar zeker ook aan de akker- en tuinbouwsector, waar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen al langer ter discussie staat. De agrarische sector ligt al jaren onder een vergrootglas.
Dat agrarisch ondernemers een behoorlijk aanpassingsvermogen hebben om zichzelf, hun bedrijf en de omgeving toekomstperspectief te bieden, blijkt uit allerlei voorbeelden die de afgelopen jaren de revue zijn gepasseerd. Er werd geïnnoveerd en geïnvesteerd in de nieuwste, duurzaamste klimaat-, milieu- en diervriendelijke systemen en toekomstbestendige nevenactiviteiten.
Wat ons opvalt is dat de jongere generatie het stikstofprobleem als het nieuwe normaal gaat zien
'Ja, er is veel gebeurd', beaamt Andre Arfman, die van 2016 tot en met 2020 voorzitter was van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). 'Bij mijn aantreden als NAJK-voorzitter stond de melkveesector al aan de vooravond van een roerige periode. Tot op de dag van vandaag spelen er nog steeds zaken die toen ook al speelden.'
Kijk naar fosfaat en mestplaatsingsruimte, maar bijvoorbeeld ook naar het pachtdossier, vervolgt Arfman. 'Daarbij zetten wij ons toen al in voor langdurige overeenkomsten. Er wordt op veel dossiers gezocht naar oplossingen, maar die blijven helaas uit.' Toch blijven ondernemers innoveren en investeren, om altijd een stap voor te zijn.
In 2017 schetste Arfman zijn toekomstbeeld van de agrarische sector. Toen liep het aantal agrariërs en potentiële bedrijfsopvolgers al terug. 'We zagen dat jongeren minder genegen waren het bedrijf over te nemen. In het verleden was het vanzelfsprekend dat het ouderlijk bedrijf werd voortgezet, maar dat is in de afgelopen jaren veranderd. Jongeren maakten toen al bewustere en toekomstgerichte keuzes, bijvoorbeeld door te kiezen voor een goede opleiding. Dat maakt de sector ook sterker en zorgt voor betere ondernemers.'
Hoog op Europese agenda
Dat proces is nog steeds gaande, weet Arfman. 'Door alle ontwikkelingen en de negativiteit van buitenaf, maar ook door beklemmende regelgeving kan ik mij heel goed voorstellen dat jongeren zich bedenken of naar het buitenland emigreren om daar te gaan boeren. Gelukkig is daar nu veel meer aandacht voor dan in het verleden en staat toekomstperspectief voor deze doelgroep hoog op de Europese agenda.'
In het interview in 2017 sprak Arfman de verwachting uit dat de melkveesector mogelijk terug zou gaan naar een situatie als in het quotumtijdperk. 'Waarbij bedrijven in stapjes groeien', legde hij uit. Ook voorspelde hij dat er een grotere diversiteit aan bedrijven zou gaan komen. 'Denk aan verbreding, zoals zelfzuivelen, of aan het produceren voor bepaalde melkstromen van de zuivelfabriek.'
Die voorspelling is uitgekomen. 'Deze ontwikkelingen werden toen al een beetje in gang gezet', aldus Arfman. 'Schaalvergroting was eigenlijk al niet meer mogelijk en ook op dit moment kunnen melkveehouders vrijwel geen grote stappen zetten, omdat de vergunningverlening plat ligt. Zij kijken naar andere mogelijkheden om hun bedrijf toekomstbestendig te houden, want als groei in omvang niet mogelijk is, wat dan wel? En wat past bij jou als ondernemer op de huidige locatie?'
Tekst gaat verder onder kader.
Jonge helden van toen, generatie van nu
Tussen 2015 en 2017 heeft Nieuwe Oogst een serie gemaakt over jonge boeren en tuinders waarin ze hun toekomstplannen en -visie deelden. Waar staan ze nu? Hebben ze hun plannen kunnen waarmaken? Hoe kijken ze terug op wat ze toen zeiden? Is hun beeld van de toekomst veranderd? In de eindejaarsbijlage van de Nieuwe Oogst van 19 december, waar het artikel dat je nu leest onderdeel van is, vertellen ze hoe het nu met ze gaat. Hun verhalen verschijnen tot en met maandag 29 december ook een voor een online op nieuweoogst.nl/jongehelden.Bij stijgende kosten moet je je omzet vergroten om het hoofd boven water te houden, stelt Arfman. 'Je kunt niet niks doen. Een bedrijf kan niet stilstaan, je moet door. Op welke manier dan ook. Voor sommige ondernemers, ook in andere deelsectoren, betekent het dat zij zich opnieuw moeten uitvinden. En die kans pakken veel ondernemers gelukkig met beide handen aan.'
Ondanks de uitdagingen in de sector, ziet Arfman dat er een mooie toekomst ligt voor agrariërs in Nederland. 'De klimatologische omstandigheden hier zijn goed. We beschikken over heel vruchtbare gronden. Daarnaast blijft voedselproductie altijd nodig.' Wel ziet hij een verandering: 'Door de geopolitieke ontwikkelingen willen we als maatschappij niet overal meer van afhankelijk zijn en kijken we anders naar voedselimport. Voedselproductie in eigen land wordt steeds belangrijker.'
En niet alleen op dat vlak blijft de agrarische sector belangrijk. 'Ook voor de periferie van onze sector: de bedrijven, werkgelegenheid en economie om ons heen. We kunnen niet zonder elkaar, we hebben elkaar nodig. Ook voor innovatie van de hele sector. Op dat vlak zie ik toekomstperspectief', aldus de voormalig NAJK-voorzitter.
Passie en zorgen
Agrarisch coach Dik Veefkind uit het Noord-Hollandse Heerhugowaard ziet, behalve de passie, ook grote zorgen onder jonge boeren en tuinders over het toekomstperspectief van agrarische bedrijven. 'Daar moeten we eerlijk over zijn. Vragen als 'kan ik überhaupt nog boer worden' of 'is mijn bedrijf levensvatbaar' zijn aan de orde van de dag. Dat schrijf ik met name toe aan het beroerde en zwalkende overheidsbeleid, met de stikstofcrisis als belangrijkste uitwas', legt hij uit.
Veefkind begeleidt zowel jonge boeren, ervaren boeren als stoppers. Met zijn 35 jaar ervaring in de sector heeft hij meerdere generaties agrariërs van dichtbij meegemaakt. 'Ik zie bij veel jonge boeren, ongeacht de sector, veel passie voor het vak. Het ambitieniveau ligt erg hoog, of dat nou om het vergroten of verbreden van het bedrijf gaat of het halen van betere technische resultaten', constateert hij.
Wat Veefkind ook ziet, is dat jongeren de stikstofproblematiek als het nieuwe normaal gaan zien, een gegeven waar je als ondernemer nou eenmaal mee te maken hebt en waarin je een weg moet vinden. 'De oudere generatie vraagt zich af waar jongeren aan beginnen, waar ze zin in hebben. Maar jongeren zeggen wel kansen en mogelijkheden te zien. Natuurlijk is het stikstofprobleem lastig en werkt dit remmend, maar je kunt blijven schoppen en blijven hangen in oude sentimenten, of de situatie accepteren en doorgaan.'
Veefkind denkt dat deze houding is te herleiden naar het steeds hogere opleidingsniveau van agrariërs. Doordat jongeren vaak een breder beeld hebben van hun bedrijf dan de generaties voor hen, ontwikkelen ze een duidelijke visie op de positie van hun bedrijf in het maatschappelijk speelveld. 'En daar horen keuzes bij die passen bij de toekomstbestendigheid van hun onderneming.'
Een groot verschil met vroeger is de zichtbaarheid van de landbouw in de samenleving. Veefkind heeft dit in de loop der jaren stevig zien veranderen. Sociale media spelen hierin een grote rol. In veel gevallen pakt dit positief uit, ondernemers kunnen hun activiteiten op een positieve manier tonen, maar er zit ook een negatieve kant aan.
'De maatschappij vindt van alles over de sector en uit zich daarover. Thema's die nu actueel zijn vinden maatschappelijk veel meer weerklank', licht Veefkind toe. 'Neem als voorbeeld de invoer van het melkquotum in de jaren tachtig. Dat was een heel ding, maar niet het hele land had het erover. MINAS haalde niet eens het nieuws. Dat is nu wel anders. Als ondernemer moet je je daartoe zien te verhouden.'
Richting de toekomst denkt Veefkind dat het steeds belangrijker wordt voor jonge boeren om verschillende vaardigheden in huis te hebben. 'In de agrarische sector wordt je voor een groot deel gewaardeerd op je arbeidsinzet. Maar de groep die alleen daarop inzet, gaat het niet redden als ondernemer. Je moet financieel onderlegd zijn, je administratie op orde hebben, op de hoogte zijn van wet- en regelgeving en de juiste adviespartners hebben', somt hij op.
Veefkind benadrukt dat het ondernemerschap echt wat van jonge boeren vraagt. 'Je bent ondernemer in een veranderende tijd. Een deel van de agrariërs onderschat dat. Ouders zouden vaker de vraag moeten stellen of hun kind het ondernemerschap wel in zich heeft. De vanzelfsprekendheid dat zoon of dochter het bedrijf overneemt, is nog steeds groot. Natuurlijk kan dat, maar daar horen wel kritische vragen bij. Goed kunnen trekkerrijden of koeien melken maakt je nog geen ondernemer.'
Stip op de horizon
Jongerenvertegenwoordiger Petra Commijs van LTO Noord herkent de uitspraken van Veefkind wel, vooral wat betreft de passie onder jonge boeren en tuinders en dat zij het stikstofprobleem als het nieuwe normaal gaan zien. 'Wat mij opvalt is dat zij echt klaarstaan voor wat komen gaat. 'Kom maar op met die regels, we gaan het regelen', is hun instelling. Als we maar een stip op de horizon hebben. Dan kunnen we aan de hand daarvan wel zien of we die weg links- of rechtsom inslaan.'
Natuurlijk hebben jongeren zorgen, benadrukt Commijs, maar optimisme en doorzettingsvermogen overheersen. 'De kracht van de jongere generatie is dat zij strategisch denkt: hoe kunnen wij ons bedrijf zodanig inrichten dat het klaar is voor de toekomst?' Ondanks het rumoer in de sector, ziet ze veel potentiële bedrijfsopvolgers om haar heen.
'Het aanpassingsvermogen van ondernemers in onze sector is echt heel bijzonder', benadrukt Commijs. 'De meesten staan er ondanks alles positief in. Boer zijn is niet zomaar een beroep. Het is een 'way of life', een vakmanschap. Je zet je met hart en ziel in voor je bedrijf en zorgt er op alle manieren voor dat je door kunt met je onderneming.'
Samenwerken en verbinden met verschillende sectoren zijn volgens Commijs de sleutelwoorden voor de toekomst. 'Denk aan dat wij als agrarische sector biogas kunnen leveren aan de industrie. De problematiek gaat ons allemaal aan en moeten we ook met zijn allen oppakken', stelt de jongerenvertegenwoordiger.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-

Gewichtblok 900 kgTOP zwart
Gebruikt, P.O.A.
-

JOHN DEERE X127 ZITMAAIER (HIL) #692300
Gebruikt, € 3.950
-

John Deere 6M 250 trekker (LIE) #693690
Gebruikt, P.O.A.
-

Lemken Juwel 8 iV 4 schaar ploeg (ZAN) #517314
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Veldcoördinator en ecologisch medewerker Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer
Boerennatuur Noordwest Overijssel - Staphorst
Projectleider
Boerennatuur Noordwest Overijssel - Staphorst
Gezocht; Allround bedrijfsleider Veen-natuurmelkveebedrijf
Stichting VIP Hegewarren - Oudega, Smallingerland
Weer
-
Zondag10° / 5°20 %
-
Maandag7° / 3°5 %
-
Dinsdag5° / 1°5 %









