Verriet herkozen als voorzitter POV: 'Veesectoren hebben collectief plan nodig'

Linda Verriet maakte eind september bekend zich beschikbaar te stellen voor een nieuwe termijn als voorzitter van de POV. Die keuze was allesbehalve vanzelfsprekend. De weg ernaartoe beschrijft ze als een moeilijk proces, waarbij ze 360 graden binnenstebuiten is gekeerd. 'Maar belangenbehartiging is echt mijn ding', aldus Verriet. 'De vraag was ook of ik in deze functie het verschil kan maken of dat ik dat elders beter zou kunnen doen.'

De onzekerheid waarmee veehouderijsectoren al jaren te maken hebben, is moordend

Linda Verriet, voorzitter POV

Verbondenheid met de sector en de mensen die erin werken, was uiteindelijk doorslaggevend. Als geen ander kent Verriet de POV-organisatie, die in 2026 van zeven naar twee regio's gaat, en het politieke speelveld. Haar aanblijven zorgt voor continuïteit in een roerige periode. 'Ik heb zeven jaar lang veel ruimte gekregen. Ik gun de sector dat ik die positie in de komende vier jaar nog kan uitoefenen.'

U presenteerde maandagavond vier speerpunten voor de komende jaren. Welke zijn dat?

'Mijn valkuil is dat ik kort op de bal zit. In de komende vier jaar wil ik mij minder inlaten met de waan van de dag en wil ik juist meer vooruitkijken. In mijn speerpunten staat de verdeeldheid tussen veesectoren voorop. Er is te weinig aandacht voor de collectieve uitdagingen die er liggen. De andere aandachtspunten hangen samen met meer ondernemersruimte in Nederland, samenwerking in de keten en met framing.'

Waar doelt u op met dat eerste actiepunt: collectiviteit tussen de veehouderijsectoren?

'De verdeeldheid tussen de intensieve sectoren en de melkveehouderij gaat mij aan het hart. Door het grote aantal partijen dat meepraat, is de verdeeldheid over de toekomstige inrichting van de melkveehouderij groot. Dat speelt ons allemaal parten.'

'Er liggen grote opgaven, bijvoorbeeld wat betreft ammoniak, klimaat en ruimtegebruik. Ik zou heel graag willen dat we met elkaar werken aan de uitwerking van een collectief plan voor alle veehouderijsectoren. In dat plan zou ons collectieve antwoord op alle uitdagingen moeten staan.'

Hoe ziet u zo'n collectief plan?

'We moeten als veesectoren met elkaar het echte gesprek voeren over wie verantwoordelijk is voor welke stappen: waar moet krimp plaatsvinden, wie moet welke hoeveelheid ammoniak en methaan reduceren, hoe gaan we met elkaar zorgen voor effectieve bemesting en bedrijfsverplaatsingen? Zonder collectief plan laten we antwoorden op die vragen over aan de grillen van de politiek.'

'We moeten elkaar meer steunen en een blok vormen. De varkenshouderij bijvoorbeeld is op dit moment de dupe van de Chinese importheffingen, maar je kunt erop wachten dat er ook een heffing gaat komen op zuivel. Hetzelfde geldt voor dierenactivisme.'

Verdeeldheid los je niet zomaar op.

'Dat klopt. Maar de varkenshouderij is qua type bedrijven en ondernemers zeker zo verdeeld als de melkveehouderij. De POV is juist ontstaan uit de behoefte om die verschillen te overbruggen. Een krachtig geluid, dat gun ik de andere sectoren ook.'

'De POV heeft een samenwerkingsovereenkomst met LTO Nederland. Dat schuurt weleens, maar het alternatief van ieder voor zich brengt ons niet verder. De emissiereductiedoelstelling van 42 tot 46 procent bijvoorbeeld is ons een doorn in het oog. En ja, ik heb in het openbaar tegen de melkveehouderij aangeschopt toen het ging over de afroming van dierrechten. En toch kiezen we elke keer weer voor samenwerking en verbinding, omdat je samen invloed hebt en sterker staat.'

Wat verwacht u van een nieuw kabinet?

'Ik hoop dat we met het nieuwe kabinet een eerlijk gesprek kunnen voeren over de opgaven die er liggen. En dat de foute wetgeving die daaraan ten grondslag ligt, gerepareerd gaat worden. Als varkenshouderij gaan we niets uit de weg; we zijn verantwoordelijk voor de opgaven die bij ons horen. Maar het moet wel eerlijk, rechtvaardig en proportioneel zijn, en geen afwenteling vanuit welke kant dan ook.'

Een ander punt dat u aansnijdt, is samenwerking in de keten. Wat schort daaraan?

'Vertrouwen. De verhoudingen zijn broos en in een krimpende markt is dat verklaarbaar. Maar de uitdagingen waar wij en onze ketenpartners voor staan, slachterijen en veevoerfirma's in het bijzonder, kunnen we alleen het hoofd bieden door samen te werken. Sterke ketens bouwen met voor ieder een gelijkwaardige positie.'

Wat kan zorgen voor meer vertrouwen?

'Meer transparantie. We komen uit een tijd dat slachterijen alle regie hadden en varkenshouders eenzijdig afhankelijk waren. Die situatie is nu anders. Varkensvlees voor de binnenlandse markt komt uit verschillende ketens. De positie en de betrokkenheid van varkenshouders binnen die ketens is verbeterd. Er ontstaat meer inzicht en een betere oprechte samenwerking.'

En wat heeft daarbij prioriteit?

'Wij willen op korte termijn van vier naar één kostprijsmodel voor het Beter Leven-keurmerk. Dat maakt duurzaamheidseisen eerlijk vergelijkbaar en geeft richting aan toekomstige investeringen. Een transparante, uniforme calculatie is ook in het belang van de retail.'

Waar staat de POV in 2030?

'We bouwen verder aan sterke ketens, met nationaal en internationaal een eerlijke positie voor boeren. Ik hoop dat we met de overheid een afsprakenkader kunnen maken, waarbinnen we door kunnen gaan met onze ontwikkelingen. De uitdagingen die er liggen, kan iedere ondernemer wel aan. Maar de onzekerheid waarmee zij al jaren te maken hebben door slechte en wispelturige politiek en wetgeving, is moordend.'