Harm's Hoeve ontvangt bronzen vlag voor visie rond open boerderij

Voor Pierre Hopman is de vlag meer dan een stukje stof: het is een tastbare beloning voor de koers die hij acht jaar geleden insloeg met Harm's Hoeve. De ondernemer die opgroeide nabij een boerderij, leidde daarvoor twee decennia lang een bedrijf in agrarische bedrijfsbenodigdheden. 'Je moet dan denken aan zaken als desinfectiemiddelen en overalls.'

In 2015 kocht Hopman een vervallen boerderij. De locatie was aanvankelijk bedoeld voor wat hobbykoeien en voor opslag. Dat veranderde toen Fenna, op dat moment zaterdaghulp en student Vrijetijdsmanagement, een idee aandroeg. Hopman, zijn vrouw Jessica en Fenna gingen met het idee aan de slag en ontwikkelden zo een heel nieuw concept.

'We wilden iets eigens. Niet vernoemd naar een van ons, maar een Nederlandse naam die toegankelijk klinkt. Zo ontstond Harm's Hoeve', licht de ondernemer toe. Het bleek een gouden combinatie: Hopman als ondernemer, Fenna met frisse recreatieve ideeën en Jessica als stabiele kracht op de achtergrond.

De missie was vanaf de eerste dag helder: de afstand tussen boer en burger verkleinen. 'Boeren ervaren vaak dat die kloof groot is. Burgers zijn echter nieuwsgierig, maar krijgen zelden de kans om echt achter de poort te kijken. Wij bieden die kans', aldus Hopman. Jaarlijks trekt de boerderij zo'n 100.000 bezoekers, met in de piekperiode tot wel 800 mensen op één dag. 'Op dat soort dagen draaien we met veertien personeelsleden.'

Bezoekers komen niet alleen voor de dieren. Ze willen de sector ook begrijpen. 'Ze vragen naar antibiotica, kunstmest, kraamhokken, et cetera. Wij geven eerlijk antwoord. Transparantie is onze eerste regel', licht de ondernemer toe. Volgens Hopman groeit het bewustzijn op het gebied van voedselkeuzes zichtbaar. 'Openheid wordt gewaardeerd.'

Op Harm's Hoeve wordt alles zelf geproduceerd en verkocht: van varkensvlees, rundvlees en kip tot eieren. Alles ligt in de eigen boerderijwinkel. 'We hebben geen keurmerken, maar zijn wel transparant. Iedereen mag zien hoe we werken', benadrukt Hopman. Daarnaast biedt de boerderij vier dagen per week dagbesteding voor jongeren met een beperking. 'Dat zorgt voor extra dynamiek. Er is hier altijd iets te beleven.'

De boerderij is niet alleen een plek van productie, maar ook van ontmoeting. Bezoekers raken in gesprek met medewerkers. Die interactie maakt het erf tot een leerzame en verbindende omgeving. Hopman zoekt ook zelf de verbinding, onder meer met collega's. 'In het begin waren er sceptici: welke burger koopt nu een bakje brokken voor 5 euro om aan de dieren uit te delen?'

Maar inmiddels komen boeren volgens de ondernemer graag kijken en stellen ze ook vragen. 'Ik maak daar graag tijd voor. Als vijftig andere boeren dit concept overnemen, dan helpen we elkaar als sector echt vooruit', stelt Hopman. Hij ondersteunt collega's ook tijdens open dagen. 'Hoe meer boerderijen openstaan voor publiek, hoe beter.'

Tweede locatie gekocht

Ook voor de toekomst zijn er volop plannen. Hopman: 'We hebben onlangs een tweede locatie gekocht op een paar honderd meter afstand. Die wordt ingericht voor dagbesteding en kleinschalige productie, weer volledig ten dienste van onze winkel. De basis blijft: korte ketens, transparantie en verbinding.'

Bezoekers kunnen op vrijdag, zaterdag en zondag vrij rondlopen over het erf. Ze mogen dieren voeren, kalfjes een flesje geven en in de ronde stal – de Roundhouse – van dichtbij beleven hoe het er op de boerderij aan toegaat. Kinderen leven zich uit op skelters, in de zandbak, op trampolines en zelfs in een kabelbaan. Er is een lunchroom met uitzicht over het platteland en een boerderijwinkel waar huisgemaakte producten te koop zijn.

Zo wordt een dag op de boerderij niet alleen leerzaam, maar ook gezellig, vindt Hopman. De vlag op het erf is daarmee dus ook meer dan een prijs. 'Het is een symbool. Van trots. Van ondernemerschap. En van de overtuiging dat boer en burger elkaar kunnen begrijpen, als de poort openstaat.'