Meeste studenten Aeres Warmonderhof komen niet van boerderij

'De meeste studenten hebben zelfs helemaal geen agrarische achtergrond', zegt directeur Rik Meerema van Aeres MBO Dronten Warmonderhof. 'Ze willen iets doen dat ertoe doet. Bijdragen aan de voedselproductie en duurzamer leven.'

Aan de Wisentweg in het Flevolandse Dronten volgen studenten niet alleen les, maar wonen de voltijdstudenten ook op het erf en werken ze op de omliggende leerbedrijven. Warmonderhof, onderdeel van Aeres, geldt al decennialang als opleidingsplaats voor de biologisch-dynamische landbouw, maar de insteek is breder. De school trekt jongeren en zijinstromers die op zoek zijn naar betekenisvol werk in de landbouw, voeding of duurzame ketens.

De studentenpopulatie bestaat uit twee groepen: voltijdstudenten, vaak met een havo- of vmbo-achtergrond, en deeltijdstudenten van 25 tot 60 jaar, hoogopgeleiden die het roer omgooien. 'Die laatste groep komt hier vaak niet per se voor een diploma', zegt Meerema. 'Ze betalen de opleiding meestal zelf, zijn enorm gemotiveerd en ontplooien na hun tweejarige opleiding vrijwel direct een duurzaam voedselinitiatief.'

De motivatie verschilt per student. Sommigen dromen van een eigen bedrijf, anderen vinden werk in de biologische sector of bij coöperaties die regionaal voedsel produceren. Steeds vaker zijn het ook mensen die een brug slaan tussen boeren en consumenten, bijvoorbeeld in lokale voedselinitiatieven, verwerking of retail.

'De vraag naar regionaal geproduceerd voedsel groeit', zegt de directeur van Aeres MBO Dronten Warmonderhof. 'Onze afgestudeerden vinden vrijwel allemaal werk in de landbouw of aanverwante sectoren.'

Warmonderhof wil de instroom graag zien groeien. 'We hebben voldoende praktijkplekken en onze afgestudeerden zijn gewild. Maar landelijk daalt de mbo-instroom, mede door demografie', stelt Meerema. Daarom probeert Warmonderhof jongeren en zijinstromers actief te bereiken. 'Je hoeft niet van een boerderij te komen om in de landbouw te werken', benadrukt de directeur.

Aeres Warmonderhof werkt samen met stichting Warmonderhof, die de biologisch-dynamische leerbedrijven beheert. De voltijdstudenten lopen er vanaf het eerste jaar praktijk en lopen later net als de deeltijders stage op biologische of gangbare bedrijven elders.

Wat de opleiding onderscheidt, is de combinatie van wonen, leren en werken. Voltijdstudenten wonen vrijwel allemaal op het terrein. Ze volgen lessen, werken op het land en leven samen in een gemeenschap. 'Ze leren hier hun vak, maar ook leren ze samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en onderdeel zijn van een groter geheel', licht Meerema toe.

Ook het docententeam van Aeres MBO Dronten Warmonderhof weerspiegelt die praktijkgerichte aanpak. 'De meeste praktijkdocenten runnen zelf een bedrijf', vertelt de directeur. 'Ze staan met beide voeten in de klei en hebben ook pedagogische scholing. Daarnaast hebben we hybride docenten die deels in het onderwijs, deels in de praktijk werken. Dat maakt de lessen levensecht.'

Praktijk vol grijstinten

Warmonderhof staat bekend om zijn duurzame karakter, maar Meerema wil geen tegenstelling schetsen tussen gangbaar en biologisch. 'Het debat wordt vaak zwart-wit gevoerd, terwijl de landbouw in de praktijk vol grijstinten zit', zegt hij. 'Wat ons verbindt, is groter dan wat ons scheidt. Of je nu biologisch werkt of niet, iedereen zoekt naar manieren om duurzaam voedsel te produceren.'

Volgens de directeur van de opleiding ligt daar ook de toekomst van de landbouw. 'We moeten leren van elkaars kennis en ervaringen. De biologische sector kan veel bieden, maar juist de diversiteit aan vormen helpt de sector vooruit. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: de aarde goed doorgeven aan de volgende generatie.'

'Ik vind het vooral mooi dat het zo'n brede opleiding is'

'Tijdens de grafische opleiding merkte ik dat ik het creatieve van het ontwerpen mooi vind, maar ook dat ik veel liever buiten actief bezig ben. Mijn agrarische werk in Noorwegen smaakte naar meer', licht Sadon toe.

Hoe ben je bij Aeres Warmonderhof terechtgekomen?

'Toen ik terugkwam in Nederland, heb ik uitgezocht wat voor agrarische opleidingen er allemaal zijn. Deze sprak me het meest aan. Ik heb vroeger op de vrije school gezeten, dus ik was bekend met de antroposofische inslag. Dat ligt me wel.'

'Verder vind ik het mooie aan deze opleiding dat die behoorlijk breed is. Alle sectoren komen aan bod, van akkerbouw, veehouderij, tuinbouw tot en met fruitteelt.'

Hoe bevalt de school?

'Goed. Het mooie is dat we hier met de fulltimestudenten ook allemaal wonen en dat is heel gezellig. Er is veel aandacht voor de praktijk. De theorie is interessant om beter te begrijpen hoe het in de praktijk werkt, hoewel ik het liefst werk tussen de koeien of op het land.'

Wat is je afstudeeropdracht?

'Ik stel voor een akkerbouwer in Dronten een plan op voor de omschakeling van een gangbare naar een biologisch-dynamische bedrijfsvoering. Daarvoor moet een melkveetak worden toegevoegd. Ik reken dat financieel door, doe grondonderzoek, verdiep me in de bedrijfsvoering, het rantsoen, de afzet en eventueel de verzuiveling en ruimte voor de dieren.'

Wat wil je doen na je afstuderen?

'Dat weet ik nog niet. Ik wil eerst op verschillende bedrijven kennis en ervaring opdoen om te kijken wat het beste bij me past. Misschien begin ik ooit zelf een bedrijf, hier of in het buitenland. De stage in het derde jaar in Zweden is me goed bevallen. Mijn voorkeur gaat uit naar een gemengd bedrijf, het liefst melkvee in combinatie met tuinbouw.'