'Innovatie belonen zodat we gidsland voor pluimvee blijven'

Het Dutch Poultry Centre (DPC), een samenwerkingsverband van bijna alle in Nederland gevestigde innovatieve toeleverende bedrijven voor de pluimveesector, bestaat twintig jaar. Burgemeester Van der Tak en DPC-voorzitter Wolleswinkel vertellen over het belang hiervan.

De pluimveesector biedt in veel takken van sport uitdagende functies in binnen- en buitenland

Jan Wolleswinkel, voorzitter Dutch Poultry Centre

Wat is het belang van pluimvee voor gemeente Barneveld en voor Nederland?

Van der Tak: 'In 1852 was hier de eerste eiermarkt. In 1902 werden ruim 1 miljoen eieren verhandeld. Tegenwoordig worden er miljoenen per dag gesorteerd, verpakt en geleverd door onder andere Hardeman Egg Group.'

'Tegelijkertijd is er een hele industrie omheen ontstaan met Moba, die de eerste sorteermachine maakte en nu wereldwijd apparatuur levert voor pluimveehouders en pakstations. Vanuit de praktijk is de rode flap van het Jansen-legnest ontstaan, onderdeel van VDL Groep.'

'Impex Barneveld maakt drinknippels waaruit kuikens en hennen uit de hele wereld drinken. Barneveld is de bakermat van de bruine leghen. De pluimveesector is belangrijk voor onze identiteit.'

Wolleswinkel: 'We hebben in totaal meer dan honderd leden, van klein tot groot, met wereldwijd bekende bedrijven in alle takken van de pluimveesector: van fokkerij en broederij tot voerfirma's, stallenbouw en stalinrichting, klimaatregeling, enzovoort.'

Wat is het belang van samenwerken in DPC?'

Wolleswinkel: 'Dat iedereen Nederland kent als gidsland voor innovatie van de pluimveesector. We hebben hier ook onderlinge concurrentie tussen bedrijven. Maar door de samenwerking in DPC is het besef ontstaan dat je beter samen dicht bij elkaar op belangrijke beurzen kunt staan, zodat het buitenlandse bedrijfsleven kiest voor Nederlandse bedrijven. Datzelfde bereiken we door buitenlandse delegaties een breed programma aan te bieden, zodat ze niet met lege handen teruggaan.'

Van der Tak: 'De pluimveesector is al jaren de groeitak in Nederland en wereldwijd. Wereldwijd wordt pluimveevlees door alle bevolkingsgroepen gegeten. Het ei is de krachtpatser in ons voedingspatroon waarvan het belang alleen maar toeneemt. Nederland loopt op alle vlakken al jaren voorop. Daarom komen ze uit de hele wereld naar ons toe om gebruik te kunnen maken van onze combinatie van kennis, innovatie en kwaliteit.'

'Dat komt omdat we niet alleen veel bedrijven hebben, maar ook een goede kennissector met Wageningen University & Research voor het fundamentele onderzoek, het Poultry Expertise Centre voor praktijkgericht onderzoek en Aeres in Barneveld en Dronten op zowel mbo- als hbo-niveau, waar ook buitenlandse studenten terechtkunnen.'

Hoe belangrijk zijn pluimveebedrijven hierbij?

Wolleswinkel: 'We hebben voldoende kritische massa nodig in aantal pluimveebedrijven en dieren om alle innovaties die we hier ontwikkelen ook in de dagelijkse praktijk te kunnen testen.'

Van der Tak: 'Pluimveehouders zijn echt essentieel. Zonder hen waren ontwikkelingen niet van de grond gekomen. Het komt ook door de mentaliteit van de pluimveehouders en de industrie daaromheen. Ik noem het ondernemendheid. Dat gaat een stap verder dan ondernemerschap. Het is vooral kansen zien en ze pakken.'

Houden we wel voldoende bedrijven over?

Wolleswinkel: 'Het is jammer dat vaak juist vooruitstrevende, innovatieve bedrijven die alles goed voor elkaar hebben stoppen door de Landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties. Voor de betreffende pluimveehouders is de stap begrijpelijk, maar het is een verlies voor de sector.'

Van der Tak: 'Je hebt een zekere schaal nodig om innovatie en de keten in de benen te houden. Heb dus oog voor investeringszekerheid op de lange termijn. De overblijvende ondernemers moeten kansen krijgen en hun 'license to grow' behouden. Niet alleen een 'license to produce'.'

'We zijn in Nederland innovatief op alle punten, ook op CO2-voetafdruk. Om die 'license to grow' te behouden, moeten we zorgen dat we niet 'footloose' raken. Draagvlak is noodzakelijk. Dat bereiken we met emissiereductie, zorgen voor een goed dierenwelzijn, goede diergezondheid en goed omgaan met zoönosen.'

Wolleswinkel: 'In Nederland kun je zien wat je kunt bereiken als een hele sector goed omgaat met dierziekten. DPC is opgericht na een grote vogelgriepuitbraak. Sindsdien hebben we geen uitbraken op die schaal meer gehad.'
Van der Tak: 'Dat is in bijvoorbeeld de Verenigde Staten nu wel anders.'

Wolleswinkel: 'Kijk ook naar de ontwikkeling op het gebied van traaggroeiende vleeskuikens en de flinke daling van het antibioticagebruik in alle pluimveesectoren, waarmee we wereldwijd vooroplopen.'

Hoe blijven we gidsland?

Van der Tak: 'Door innovatie en daadwerkelijke emissiereductie te belonen en niet te straffen zoals door afroming van rechten. Alleen samen met pluimveehouders, bedrijfsleven, scholen en onderzoek komen we verder en blijven we gidsland.'

Wolleswinkel: 'Nooit inboeten op innovatie, kwaliteit en kennis. Dat is onze onderscheidende factor en dat moet zo blijven. Belangrijk is dat we jonge mensen aantrekken. Daar gaan we alles aan doen door jonge mensen ervan te overtuigen dat de pluimveesector aantrekkelijk is voor veel mensen. Van technici tot adviseurs en onderzoekers in veel takken van sport met uitdagende functies in binnen- en buitenland.'