Vergoedingen voor faunaschade explosief gestegen

Uit de cijfers blijkt dat de provincies vorig jaar 74,5 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade moesten uitkeren. Dat is ruim 30 procent meer dan in 2023, toen ze 56 miljoen euro moesten betalen. In 2022 ging het om bijna 45 miljoen euro.

Provincie Noord-Holland spant de kroon, met ruim 27 miljoen euro. Friesland moest 17 miljoen euro betalen en in Zuid-Holland veroorzaakten beschermde diersoorten voor 11 miljoen euro aan schade. In provincie Flevoland werd het minste geld uitgekeerd, namelijk 333.000 euro.

Verder blijkt dat grasland veruit de meeste schade heeft geleden, voor bijna 50 miljoen euro. Bloemkool volgt met 5,5 miljoen euro. Volgens BIJ12 neemt de compensatie voor faunaschade al jaren gestaag toe. Voor dit jaar waren de provinciale uitgaven begroot op 61 miljoen euro, maar het Interprovinciaal Overleg (IPO) wil die verwachting bijstellen naar 96 miljoen euro. Het IPO trok eerder al aan de bel, omdat het aantal aanvragen snel toeneemt.

Grauwe gans blijft koploper

Ganzen zijn al jaren de grootste kostenpost. In de top 5 staan vier ganzensoorten, met de grauwe gans als koploper. Deze ganzensoort zorgde in 2024 voor 35 miljoen euro aan schade. De houtduif volgt met bijna 11 miljoen. Limburg is de enige provincie waar niet ganzen voor de meeste schade zorgden. De das zorgde daar afgelopen jaar voor ruim 400.000 euro aan schade en het wild zwijn voor ruim 384.000 euro.

Ook zijn provincies steeds meer geld kwijt aan wolven die vee aanvallen. Het schadebedrag door wolvenaanvallen groeide van 368.000 naar ruim 875.000 euro. Het grootste deel daarvan komt voor rekening van Gelderland, Drenthe en Friesland, blijkt uit de cijfers van BIJ12.

Volgens BIJ12 ligt de daadwerkelijke faunaschade nog een stuk hoger. Niet alle schades worden gemeld en agrariërs hebben ook een eigen risico.