Zuurgraad waswater bij biologische combiwasser vraagt aandacht

Dat komt naar voren in het project 'Goed benutten biologische combiluchtwassers' van Wageningen Livestock Research. Op vier bedrijven zijn biologische combiluchtwassers onderzocht om te achterhalen waarom deze niet altijd een stabiele en goede werking hebben. De stikstof uit ammoniak wordt soms niet vastgelegd als nitraat.

Hieruit kwam naar voren dat een juiste zuurgraad een must is voor het vangen van ammoniak. Boven een pH van 7,5 lost ammoniak slecht op in het waswater en komt deze in de omgeving terecht. Bij een pH lager dan 6,5 lost de ammoniak weliswaar goed op, maar wordt deze in de luchtwasser (deels) omgezet naar andere stikstofgassen die schadelijk zijn voor het milieu, zoals lachgas en stikstofoxiden.

De onderzoekers adviseren daarom de besturing in de software aan te passen om de pH van het waswater beter te reguleren. Eventueel kan een zuur- en loogdosering worden geplaatst, die bij overschrijding van de pH-grenswaarde de pH binnen de bandbreedte kan houden.

Geur is lastig punt

De geur die uit de luchtwassers komt, wordt tot wel 90 procent bepaald door de zwavelhoudende stoffen waterstofsulfide, methylmercaptaan en in mindere mate dimethylsulfide. Het probleem is dat deze stoffen slecht oplossen in water met een pH tussen de 6,5 en 7,5. Hierdoor zijn ze slecht te verwijderen met de huidige biologische combiluchtwassers.

Voor een flinke vermindering van de geurvracht uit de stal lijken bronmaatregelen nodig die de vorming van zwavelhoudende stoffen verminderen of voorkomen, stellen de Wageningse onderzoekers. Daarbij wordt gedacht aan een aanpassing in de samenstelling van het voer, door minder zwavel- en sulfaathoudende ingrediënten te gebruiken. Ook een snelle afvoer van mest kan helpen, want tijdens de mestopslag komen processen op gang die zwavelhoudende gassen vormen.