Hoogeveen (FAO): 'Groot deel van voedsel komt over twintig jaar uit Afrika'
Om de toenemende honger en armoede te stoppen moet het bedrijfsleven binnen de agro-industrie kennis en kunde ter plekke delen en moet de voedselproductie veel efficiënter. Dat zegt Hans Hoogeveen, onafhankelijk voorzitter van de FAO Raad, de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties. 'Nederland is daarin een gidsland.'
Het jaarlijkse Maurickoverleg, waar de belangrijkste spelers in de agro-industrie bijeenkomen, vindt plaats op 30 augustus. Daar verkondigt Hans Hoogeveen de boodschap dat het dramatisch is gesteld met de voedselzekerheid in de wereld. Maar ook dat er gelukkig iets aan te doen is. Als voorman van de FAO is hij al jaren druk om de neergaande spiraal te stoppen. Wat daarbij helpt, is dat Hoogeveen naar eigen zeggen altijd denkt in oplossingen in plaats van problemen.
Hier in Rome wordt ons landje gezien als wereldwonder op landbouwgebied
Eerst maar eens het algemene plaatje. Hoe staat het ervoor met de voedselzekerheid in de wereld?
Deze tijd wordt gekenmerkt door veel armoede, conflicten, natuurrampen, een energiecrisis en dus ook veel voedselschaarste. Dat moet je gewoon onder ogen zien. Bijna 800 miljoen mensen lijden honger. En het erge is dat we 27 jaar geleden dit vraagstuk ook al hadden. Toen zijn er ook veel plannen gemaakt en uitgevoerd om de armoede te bestrijden. Maar veel dingen heb je simpelweg niet in de hand.’
De FAO heeft zich samen met andere organisaties in 2015 tot doel gesteld dat in 2030 niemand meer honger mag hebben.
‘Dat gaan we absoluut niet halen. En dat was destijds ook niet de verwachting natuurlijk. Maar je moet er wel naartoe werken. Feit is dat we te langzaam op gang zijn gekomen. In het begin ging het een paar jaar goed, maar sinds 2019 is er weer sprake van een stijging van het aantal mensen dat hongerlijdt. En dat wordt er niet beter op met alle onrust in de wereld.’
Waar doelt u op?
‘Denk alleen al aan de oorlog in Gaza en de onrust in Israël en haar buurlanden, de oorlog in Zuid-Sudan, de vele overstromingen en de ontwikkelingen in Bangladesh. Dat heeft allemaal impact op de voedselproductie. En bij elke 1 procent prijsstijging belanden tien miljoen mensen meer in de armoede.’
Is daar genoeg aandacht voor vindt u?
‘Absoluut niet. In de media lees en zie je elke dag items over klimaatverandering. Natuurlijk is dat belangrijk, maar er is niet of nauwelijks aandacht voor het voedselvraagstuk. Drie miljard mensen hebben geen toegang tot gezond, veilig en duurzaam voedsel. Daarnaast neemt het aantal mensen met obesitas enorm toe, alsook de voedselverspilling. We produceren dus voldoende, maar de markt is volstrekt ongelijk verdeeld. En ook met de productiekant valt nog heel veel te verbeteren.’
Laten we daar eens op inzoomen. Wat kan er beter?
‘Elk jaar gaat er een oppervlakte ter grootte van China verloren aan voedselproductie. Dat komt onder meer door verkeerde oogsttechnieken, het ontbreken van een goede opslag en door plagen en ziekten in gewassen. Het frappante is dat we de oplossingen al bedacht hebben, maar dat er niets verandert. Als ik vraag hoe we dit gaan aanpakken, wordt het stil.’
Hoe komt dat?
‘Het manco binnen de Verenigde Naties is dat iedereen ervan uitgaat dat het vanuit een centraal punt kan worden opgelost. Dat is een denkfout. Het moet vanuit het land zélf worden aangepakt. Daarvoor heb je het bedrijfsleven nodig met de beste technieken en innovaties. Maar die missen we nog te veel in het plaatje.’
Wat moet er volgens u gebeuren?
‘Samen met de Wereldvoedselbank hebben we plan gemaakt om de voedselverliezen in 2030 met de helft te verminderen. Dat gaan we ook niet halen, maar we zijn goed op weg. Het plan is op papier simpel: Eerst breng je in kaart waar de meeste verliezen plaatsvinden, en hoe dat komt. Dan maak je een businesscase hoe je dat met behulp van het bedrijfsleven kunt tegengaan. Die kennis en kunde haal je uit de Westerse wereld.’
Heeft u een voorbeeld?
‘In Nigeria zijn we samen met Friesland Campina een programma gestart voor het uitbreiden en professionaliseren van de zuivelproductie. Zij brengen de techniek en kennis naar dat land. Belangrijk is dat je de boeren daar moet leren hoe ze anders moeten produceren én je moet de afzetmarkt uitbreiden. Het is altijd vraag gestuurd op basis van de productie in het betreffende land. Anders gaat het niet lukken. Een alliantie, bestaande uit de Wereldbank, FAO en bedrijfsleven, rolt dit project verder uit in zeven landen.’
Dat klinkt mooi, maar het lost de wereldwijde honger niet direct op.
‘Klopt, dus naast een meer gelijkmatige verdeling moeten we ook veel efficiënter voedsel gaan produceren. En daar heeft Nederland natuurlijk de beste papieren voor als gidsland. Het klinkt cliché, maar hier in Rome wordt ons landje gezien als wereldwonder op landbouwgebied. Dat gaat puur over de enorme kennis en kunde die we in huis hebben. Die moet je op basis van een goede businesscase veel meer inzetten in landen waar het nodig is. Als je zorgt voor optimale efficiëntie in combinatie met een vruchtbare bodem, dan schiet én de productie omhoog én je hebt minder grond nodig. Cruciaal is het verbeteren van duurzame landbouwmethoden zoals precisielandbouw. Dat moet je ook toegankelijk maken voor Afrika.’
De FAO stelt dat vlees onmisbaar is in een gezond voedingspatroon en dat het bijdraagt aan een duurzamere voedselproductie.
‘In het rijke Westen is een trend gaande om minder vlees te eten. Dat is natuurlijk prima, maar wereldwijd wordt er steeds meer vlees gegeten. Dus adviseren we om in te zetten op een meer duurzame vleesproductie. Ook hiervoor geldt dat bedrijven de kennis en kunde volgens een gedegen verdienmodel kunnen overhevelen naar armere landen. Niet knippen en plakken, maar aanpassen aan de aanwezige omstandigheden. Zowel wat betreft teelt- en oogsttechnieken, als de afzetmarkten.’
Maar waarom gebeurt dit nog niet op grote schaal?
‘Het grootste struikelblok is het feit dat banken huiverig zijn om zogenoemde first loss garanties af te geven. Daarmee kun je namelijk het risico afdekken dat het in de opstartfase niet meteen winstgevend is. Daarom hebben we met de Wereldbank een model ontwikkeld waarbij banken met zo laag mogelijk risico kunnen investeren in dergelijke businesscases.’
Hoe ziet het plaatje van de voedselproductie er over pakweg twintig jaar uit volgens u?
‘Dan zal een belangrijk deel van de productie uit Afrika komen. De potentie is daar gewoon het grootst vanwege de leeftijdsopbouw van de bevolking. Er zijn relatief heel veel jongeren in dat continent dus er is een sterke potentiële groeifactor aanwezig. Daarom heeft het bedrijfsleven ook grote belangstelling voor Afrika. De rollen kunnen tegen die tijd wel eens omgedraaid worden.’
Stel, uw voorspelling komt uit. Welke gevolgen heeft dat voor Europa?
‘De voedselzekerheid komt hier zeker niet in het geding. We kunnen schokken goed opvangen. Maar de oorlog in Oekraïne laat wel zien hoe kwetsbaar we zijn. Kijk maar naar het gebruik van kunstmest en de invloed op de graanmarkt. Dat laat zien dat het landbouwbeleid helemaal op de schop moet gezien het feit dat de EU zich uitbreidt met nieuwe lidstaten. Helaas heeft Brussel landbouw niet als prioriteit. Het is te veel gericht op het GLB en kortetermijnpolitiek.’
Wat moet er veranderen?
‘Door klimaatverandering moet je sowieso veel meer naar regionalisering van het landbouwbeleid. Brussel zet vooral in op wetten die voor alle landen gelden. Mijns inziens moet je veel meer naar doelbeleid voor landen, die daar dan zelf beleid op moeten maken. Weg met de generieke middelvoorschriften en daarvoor in de plaats inspelen op regionale omstandigheden en doelvoorschriften. Anders ontneem je de groeimogelijkheden van boeren en tuinders.’
Dus ook een uitzonderingen voor bijvoorbeeld de mestplaatsingsruimte in de vruchtbare Delta?
‘De FAO ziet Nederland als een gidsland voor een hoogwaardige en meer duurzame voedselproductie. Maar er moet ook plek zijn voor een robuuste natuur- en milieubeleid. Nederland is niet te klein voor en, en.’
Hoe gaan die twee samen?
‘Ons land is een groot landbouwland geworden door de ruilverkaveling na de oorlog. Dat is ook een oplossing voor de nitraatproblematiek. De natuur is te versnipperd, dat moet veel robuuster. Dus is er een andere indeling van de Natura 2000-gebieden nodig. Dat creëert mogelijkheden om in onze vruchtbare delta een hoogwaardige landbouw te behouden naast kwetsbare natuur. Dan is derogatie van mest echt wel weer mogelijk.’
Dat is nogal een boodschap om in Brussel mee aan te kloppen…
‘Het vraagt om een ragfijn samenspel van de sector, het bedrijfsleven en de overheid. Die moeten veel meer samen optrekken. De landbouwstrategie van Nederland in de EU moet veel professioneler. Je kunt niet alleen de minister daarheen sturen met een verzoek. Je moet continu schakelen met Eurocommissarissen, landbouw- en milieuraden, commissies en het Europees Parlement om iets te bereiken. En uitleggen en onderbouwen waarom je als Nederland om een bijzondere positie vraagt. Er is meer mogelijk dan je misschien zou denken.’
En wat kunnen boeren en tuinders doen?
'Je moet als sector en belangenclub zelf leiderschap tonen en initiatief nemen. Ik mis de trots in ons land op onze landbouw, vooral buiten de sector. Boeren en tuinders lijken soms te worden verketterd, maar ze staan in het buitenland echt op eenzame hoogte.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
New Holland Tractor T6.180 (LH) #31626
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson Tractor 6718S Dyna-VT trekker (ZND) #31538
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Tractor 5100M (RL) #26104
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere - 6155R AP + BOS HE8044-Fce-HD
2021, P.O.A.
Vacatures
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Weer
-
Vrijdag6° / 4°10 %
-
Zaterdag11° / 4°10 %
-
Zondag13° / 7°5 %