Lage norm kost vleeskuikenhouder inkomen

Van 21 naar maximaal 16 vleeskuikens per vierkante meter. De Tweede kamer schaarde zich onlangs achter een motie van die strekking. Uitholling van de sector dreigt, vrezen betrokkenen. Het inkomen van pluimveehouders gaat onderuit.

Lage+norm+kost+vleeskuikenhouder+inkomen
© Marcel Berendsen

'Wanneer deze motie wordt omgezet in wetgeving, betekent dat einde oefening voor de Nederlandse vleeskuikenhouderij', zegt voorzitter Gert-Jan Oplaat van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie.
De motie van Eva Akerboom (Partij voor de Dieren) en Tjeerd de Groot (D66), die wil dat de bezettingsdichtheid teruggaat, dreigt de Nederlandse vleeskuikenhouders in Europa op een onoverbrugbare achterstand te zetten. Het voorstel werd op 26 oktober met 84 stemmen vóór aangenomen.

Wakker Dier zette de motie meteen kracht bij via een advertentie met de tekst 'Proproep aan minister Adema'. Daarin stelt de dierenwelzijnsorganisatie dat Nederland met een bezetting van 21 dieren per vierkante meter – formeel: categorie 3, van 39 tot en met 42 kilo vleeskuiken per vierkante meter – Europese wetten overtreedt en demissionair landbouwminister Piet Adema dit 'oogluikend' toestaat.


Niet verboden

In de Europese Unie is een bezetting van 39 tot 42 kilo niet verboden, maar een uitzondering waarbij strikte regels gelden. Bij deze bezetting mag de sterfte in zeven opeenvolgende rondes niet hoger liggen dan 3,34 procent – bij een slachtleeftijd van 39 dagen – en de score voor voetzoollaesies moet onder 80 blijven (op een schaal van 0 tot 200: bij 0 zijn alle zolen gaaf, bij 200 vertonen alle zolen ernstig letsel).

De hogere vaste lasten per dier gaan rechtstreeks ten koste van het inkomen

Kees de Jong, voorzitter vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP

In 2022 controleerde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de gegevens over uitval en voetzoollaesies van 9.335 koppels in de hoogste bezettingscategorie. Het betreft een administratieve controle. Vanwege vogelgriep waren er maar 9 fysieke controles. In 9.051 gevallen (97 procent) was alles in orde.


Alle eisen

De controlecijfers tonen volgens voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP dat 'op een enkel bedrijf na overal aan alle eisen wordt voldaan'.

Het probleem zit volgens De Jong in het regime waar bedrijven in terechtkomen wanneer ze de normen voor sterfte of voetzoollaesies overschrijden. 'Die bedrijven moeten terug in bezetting. Daar is niet altijd goed op toegezien. Maar het gaat hier om een handvol gevallen. Wakker Dier vergroot dat enorm uit.'


Gelijk speelveld

Volgens Willem Tel, manager Agri bij pluimveeslachterij Esbro, dwingt de motie pluimveehouders tot een manier van produceren waar geen markt voor is. 'Uitholling van de sector dreigt. Ook voor slachterijen is de impact groot. Deze motie gaat volledig voorbij aan de wenselijkheid van een gelijk speelveld binnen Europa.'

De Jong: 'Voor ondernemers blijven de vaste lasten gelijk. Per dier stijgen ze. Dat gaat rechtstreeks ten koste van het inkomen.' Tel verwacht niet dat Adema de motie omzet in wetgeving. 'Een minister met kennis van zaken zal zo'n stap niet zetten. En anders is daar nog de Eerste Kamer.' Daar heeft BBB met 16 van de 75 zetels een grote stem.


Volgens Oplaat, Eerste Kamerlid voor BBB, past de norm van maximaal 16 dieren niet binnen een gemeenschappelijke Europese markt. 'Wanneer Nederland die gaat hanteren, gaat de deur open voor vlees uit andere landen.'


Oekraïne

De markt heeft hinder van de aanvoer van pluimveevlees uit Oekraïne. Oplaat: 'Die is in no-time gestegen van 90.000 naar 225.000 ton per jaar. Dat leidt tot verstoring van de markt.'

Overigens profiteren Oekraïense boeren nauwelijks van die vrije markttoegang tot Europa. 'Van die verruiming profiteert één Oekraïense oligarch. Bovendien: dierenwelzijn is in Oekraïne geen issue', zegt het Eerste Kamerlid voor BBB.


Volgens Oplaat staat het welzijn van vleeskuikens hoog op de Europese agenda. 'De normen voor bezetting van stallen gaan veranderen. Daarover vinden allerlei gesprekken plaats, op verschillende niveaus. De Tweede Kamer fietst daar nu dwars doorheen. Bijzonder onverstandig.'

Tekst gaat verder onder het kader

Geduld was op volgens D66-Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot

'Dit kabinet is in januari 2022 aangetreden. Toen is beloofd dat er binnen een jaar een akkoord zou zijn over het Convenant dierwaardige veehouderij. We zijn nu bijna twee jaar verder, maar een convenant ligt er nog steeds niet. Dan moet de sector niet verbaasd zijn dat de Tweede Kamer zelf actie onderneemt', zegt D66-Kamerlid Tjeerd de Groot. Volgens De Groot waren er goede redenen om juist nu de motie over de stalbezetting van vleeskuikens in stemming te brengen. Het Convenant dierwaardige veehouderij moet uitmonden in nieuwe regels voor huisvesting van kippen, koeien en varkens. Volgens voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP zitten de onderhandelingen in een eindfase. 'We zijn het eens over 95 procent van de tekst. Maar die laatste 5 procent is altijd het lastigst.' De Groot wijst verder op controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op naleving van de huidige bezettingsnorm. Die schieten volgens hem tekort. Volgens de indieners van de motie zijn 21 kippen per vierkante meter in Europa eerder uitzondering dan regel. In veel andere landen 'worden al geen kippen meer worden gehouden in deze hoogste bezettingscategorie'.

Volgens De Jong wekt de motie de indruk dat de sector niet bereid is tot vernieuwingen. 'Het tegendeel is het geval.' Hij wijst op het grote aantal bedrijven dat produceert onder het Beter Leven-keurmerk. Die ontwikkeling dreigt te stranden: omschakelaars lopen het risico op problemen met de natuurbeschermingswetvergunning. De Jong: 'Laten de initiatiefnemers van de motie zich daar eens druk over maken.'


Overdekte uitloop

Het Beter Leven-keurmerk stelt een overdekte uitloop verplicht en omschakelaars houden doorgaans 30 tot 40 procent minder dieren. Volgens een recent rapport van Wageningen University & Research is het de vraag of hierdoor de stikstofuitstoot daalt. Theoretisch kan die juist zelfs stijgen. Harde metingen, nodig voor het verkrijgen van vergunningen, zijn er simpelweg niet.

De Dierenbescherming verleent nog ontheffing, maar binnen drie jaar moet de uitloop een feit zijn. Een aantal omschakelaars ziet die deadline al snel dichterbij komen.


Lagere bezettingsdichtheid bij Beter Leven-keurmerk

Voor vleeskippen met één ster van het Beter Leven Keurmerk geldt een stalbezetting van maximaal 12 dieren per vierkante meter. In de gangbare houderij ligt die norm op 18 tot 21 dieren per vierkante meter. Op bedrijven die deelnemen aan het Beter Leven-keurmerk is inzet van een traaggroeiend ras verplicht, evenals afleidingsmateriaal (graan, strobalen). Daarnaast moeten stallen zijn voorzien van een uitloop (bij één ster: overdekt, minimaal 20 procent van het staloppervlak). Vrijwel alle supermarkten in Nederland zijn overgeschakeld op pluimveevlees met één ster van het Beter Leven-keurmerk. Ongeveer 50 procent van de Nederlandse vleeskuikens wordt nu geproduceerd onder het Beter Leven-keurmerk dan wel binnen andere concepten. Dat wil zeggen dat de andere helft van de vleeskuikenstapel vertoeft op gangbare bedrijven. Deels zijn deze dieren bestemd voor binnenlandse consumptie (McDonald's, foodservice), maar een belangrijk deel gaat naar het buitenland. Op dat deel van de markt is de internationale concurrentie groot. De Nederlandse vleeskuikensector realiseert een toegevoegde waarde van 1,34 miljard euro per jaar. De export bedraagt 1,4 miljoen ton pluimveevlees.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer