Akkoord over flink afgezwakte Europese natuurherstelwet

De wet bevat bindende doelen en verplichtingen die ervoor moeten zorgen dat tegen 2030 minstens 20 procent van de natuur op land en op zee is hersteld. Nog eens twintig jaar later moet dat voor alle natuur gelden waar herstel nodig is. Bestaande natuurgebieden, de Natura 2000-gebieden, krijgen de eerste jaren voorrang.

Het oorspronkelijk verbod om natuur te laten verslechteren, is uit de wet geschrapt. De onderhandelaars hebben nu afgesproken dat EU-landen niet verplicht worden om verslechtering te voorkomen, maar alleen om zich daarvoor in te spannen.

Het is de bedoeling dat het Europese Parlement en de lidstaten nog voor Kerstmis stemmen over definitieve goedkeuring. De bal ligt in handen van de christendemocratische EVP. Het is namelijk nog maar de vraag of deze partij het volgens haar 'sterk gewijzigde' compromis nu wel steunt. 'De EVP zal de uitkomst van de onderhandelingen van vandaag nu ernstig tegen het licht houden', laten de christendemocraten in een reactie weten.

Weerstand

De natuurherstelwet riep eerder veel en uitgesproken weerstand op. Nederland weigerde de wet tot dusver te steunen, uit angst dat die bouwen en boeren verder zou bemoeilijken. In het Europees Parlement keerden de Europese christendemocraten, de grootste fractie, zich ertegen, waardoor er maar ternauwernood genoeg steun was.

In de aangepaste versie is, op voorspraak van EVP-vicevoorzitter Esther de Lange, ook een noodrem ingebouwd. De natuurherstelopdrachten voor boerenland kunnen voor een jaar worden opgeschort als bijvoorbeeld door onvoorziene slechte oogsten de voedselvoorziening in de knel raakt. In 2033 wordt de weerslag van de wet op de Europese landbouw en de economie sowieso nog eens bekeken.