Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) blijft bestaan

De BOR is een fiscale regeling met als doel te voorkomen dat de belastingheffing bij overdracht van een bedrijf een belemmering vormt voor een economisch gewenste bedrijfsoverdracht.?Het Centraal Planbureau (CPB) had eerder dit jaar na een evaluatie geconcludeerd dat de regeling onnodig is, maar het kabinet gaat hier niet in mee. Het kabinet vindt dat continuïteit van familiebedrijven van groot belang is voor onze economie, de werkgelegenheid en de economische diversiteit.

LTO Nederland is blij met de conclusie van het kabinet. Ze is tevreden met het heldere besluit om de BOR niet af te schaffen, maar juist te verbeteren. Wel waarschuwt LTO het kabinet dat de beoogde verbeteringen ook echt verbeteringen moeten zijn en geen versobering.

Onzekerheid weggenomen

Het standpunt van het kabinet voor het behoud van de BOR neemt veel onzekerheid weg bij potentiële bedrijfsopvolgers in de land- en tuinbouw, vindt LTO. 'Afschaffing van de BOR had in de ogen van LTO Nederland grote consequenties gehad voor het toekomstperspectief van veel boeren en tuinders', zegt Eric Douma, portefeuillehouder Ondernemerschap en Onderwijs van LTO Nederland.

'De waarschuwing en zorgen van LTO Nederland eerder dit jaar, bij de publicatie van de CPB-evaluatie, zijn door het kabinet ter harte genomen', zegt Douma. 'Voor de continuïteit van familiebedrijven in de land- en tuinbouw is het essentieel dat bedrijfsoverdragers en jonge bedrijfsopvolgers gebruik kunnen blijven maken van de BOR.'

Vertrouwen in onderzoek

LTO Nederland ziet het aangekondigde onderzoek naar de verbetermogelijkheden met vertrouwen tegemoet, maar waarschuwt dat dit niet alsnog moet leiden tot een versobering. De land- en tuinbouworganisatie wil het kabinet meegeven om vooral te kijken naar het aanpassen van de huidige bezits- en voortzettingseis in de BOR die het wijzigen van de ondernemingsactiviteiten nu te veel belemmert.

Verder maakt LTO zich zorgen over het voornemen van het kabinet om verhuurd vastgoed aan derden aan te merken als beleggingsvermogen, waardoor potentieel de overname van agrarische bedrijven met (noodzakelijke) inkomsten uit bijvoorbeeld verhuur van land of schuren voor opslag mogelijk niet meer onder de BOR kunnen vallen. Dat kan niet de bedoeling zijn in het licht van de vele keuzes die agrarisch ondernemers de komende jaren moeten maken.