Brancheorganisatie: inkomen akkerbouwer staat flink onder druk

Een factsheet van Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw brengt de economische impact van de stapeling van beleidsvoorstellen in beeld voor een gemiddeld akkerbouwbedrijf van 75 hectare. 46.333 euro was het gemiddelde jaarinkomen berekend over 2019, 2020 en 2021, blijkt uit gegevens van Agrimatie. De conceptbeschikking derogatie die eind september werd gepubliceerd, blijkt een aanzienlijk effect te hebben op het inkomen van akkerbouwers.

De berekeningen wijzen uit dat het instellen van bufferstroken van 3 meter tot een opbrengstderving van 16.500 euro per jaar kan leiden. Hierbij wordt uitgegaan van maximaal 4 procent verlies aan productieareaal. Precieze effecten zijn afhankelijk van de regio, het bouwplan en de bedrijfsomvang.

Verruiming bouwplan

Naast de opbrengstderving door bufferstroken heeft ook de verruiming van het bouwplan als onderdeel van het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn veel impact. Het betreft dan vooral de verplichting van 1-op-4-rustgewassen in regio's met zand- en lössgronden. De opbrengstderving kan hierdoor bij individuele akkerbouwers oplopen tot 18.750 euro per jaar, maar ook in dit geval is dat afhankelijk van de regio, het bouwplan en de bedrijfsomvang.

Dit beleid heeft volgens BO Akkerbouw ook aanzienlijke gevolgen voor verwerkende bedrijven. Het derde beleidsvoornemen dat gevolgen heeft voor het inkomen van akkerbouwers, is de invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) per 1 januari 2023. De nieuwe ecoregeling leidt naar verwachting tot een vermindering van de GLB-premie van gemiddeld 4.590 euro per akkerbouwbedrijf.

'Het niveau brons lijkt het maximaal haalbare voor akkerbouwbedrijven', aldus BO Akkerbouw. Zilver of goud is door een gebrek aan beschikbare maatregelen nauwelijks te behalen. Verder stelt de brancheorganisatie dat naast deze beleidsvoornemens ook de hogere energieprijzen en stijgende werkgeverslasten impact hebben op de akkerbouwsector. Tot slot staat het gelijke speelveld in Europa onder druk omdat de implementatie van Europese beleidskaders en nationale crisismaatregelen verschilt per lidstaat.