Rutte wil vooral af van het 'gezeik' en zoekt oplossingen

Niet eerder bemoeide een premier zich zo intensief met de landbouw. Mark Rutte is erop gebrand de stikstofcrisis op te lossen en de economie weer vlot te trekken. Maar behalve dat, wil hij vooral van de onrust af die het voorgenomen stikstofbeleid veroorzaakt. Gaat hem dat lukken? Een analyse.

Rutte+wil+vooral+af+van+het+%27gezeik%27+en+zoekt+oplossingen
© DIRK HOL

Rutte bestempelde de stikstofcrisis in 2019 zelf al als de 'grootste crisis' in zijn premierschap. Pas drie jaar later trekt hij het stikstofbeleid – en daarmee ook grotendeels het landbouwbeleid – naar zich toe. Dat valt op te maken uit een analyse van het eerste stikstofoverleg op 5 augustus in Utrecht, onder leiding van crisismanager Johan Remkes.

De landbouw is 'chefsache' geworden. Niet omdat Rutte een visie heeft op stikstof of landbouw, maar omdat hij af wil van het 'gezeik' en de onrust in de sector door het voorgenomen kabinetsbeleid om uit de stikstofimpasse te komen. De vraag is of en hoe hem dat gaat lukken.

Namens het kabinet spraken premier Rutte en de ministers Henk Staghouwer (LNV), Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) en Mark Harbers (Waterkwaliteit) met dertien agrarische partijen. Veelal organisaties uit de biologische en agro-ecologische hoek. LTO Nederland daarentegen vertegenwoordigde daar, naast de eigen brede organisatie, nog eens zes organisaties.

Remkes zei na afloop mogelijkheden te zien voor een oplossing

Remkes trapte het overleg af met de vraag ‘hoe het zover heeft kunnen komen’. Alle agrarische partijen legden een voor een zonder uitzondering uit dat de zorgen heel groot zijn in de sector, evenals het gebrek aan vertrouwen in de overheid. De reden? Het zwalkende landbouwbeleid sinds het loslaten van de melkquotering in 2015, gebrekkige communicatie en het contact met de overheid.


• Lees wat er nog meer is verschenen op nieuweoogst.nl/stikstofoverleg

Hierop trok Remkes al snel de conclusie dat er sprake is van een 'stevige vertrouwenscrisis'. Na afloop van het overleg zei hij: 'Het beeld dat ik heb gekregen van de verhouding tussen agrarisch Nederland en de overheid stemt niet vrolijk. De sector valt over regelgeving en gerechtvaardigde vragen van de boeren worden niet beantwoord.'

Na het antwoord van alle landbouwpartijen op de vragen ‘wat leeft er in de sector’, ‘wat vond je van de kabinetsvoorstellen’ en ‘hoe verder in de toekomst’, was het aan het kabinet om hun kijk uiteen te zetten. Rutte nam als eerste het woord. Zijn dossierkennis viel op. Hij gaf landbouwminister Staghouwer (ChristenUnie) het woord om namens het kabinet een eerste inhoudelijke reactie te geven, waarop de minister een weinigzeggend relaas hield.

Rutte nam het daarna direct weer over en stelde abrupt voor om de overlegstructuren tussen de vakministers en landbouwpartijen weer in ere te herstellen. Volgens hem gebeurt dit ook structureel op andere ministeries, dus waarom niet meer op het landbouwdepartement?


Staghouwer overruled

Daarmee stond de eerste procesafspraak en overrulede hij Staghouwer die verder in het vier uur durende overleg niet of nauwelijks nog het woord heeft genomen. Het maakt volgens ingewijden duidelijk dat Rutte op zoek is naar concrete en pragmatische oplossingen.

De vraag is echter hoeveel ruimte de premier daadwerkelijk heeft. Het voorgenomen kabinetsbeleid is immers met een ruime meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen. De doelen zijn vastgelegd in het regeerakkoord. Het zal binnen de coalitie vooral afhangen van D66.

Rutte heeft zich de afgelopen weken laten informeren over de gebiedsaanpak. De verwachting is dat hij nog nadrukkelijk zal aansturen op de start van de gebiedstafels en zal proberen daarin successen te bereiken om de boeren mee te krijgen.


Bewegingsruimte

Daarover zei Remkes na afloop wel mogelijkheden te zien. Hij kan het weten, want hij was informateur van het zittende kabinet. Welke bewegingsruimte hij ziet, wilde hij op dat moment nog niet zeggen.

Los van de politieke realiteit heeft het kabinet ook te maken met een juridische werkelijkheid. Het stikstofbeleid blijkt keer op keer een juridische fuik. Daarom wordt voorlopig vastgehouden aan de door boeren afgeschoten kritische depositiewaarde. Deze bepaalt de mate van stikstofneerslag en is voor de rechter de meest harde en heldere norm. Vermoedelijk komt het kabinet de boeren tegemoet met een overgangsregeling voor het meten van emissie.


Europese realiteit

De derde realiteit waar het kabinet en de boeren mee te maken hebben, is de Europese. Nederland moet van Brussel orde op zaken stellen. Brussel gelooft nauwelijks nog in de Nederlandse aanpak, die in de ogen van de Brusselse ambtenaren veel te soft is. De duimschroeven zijn nu zover aangedraaid dat de toekenning van de derogatie hoogst onzeker is.

Overigens is om dezelfde reden waarom Rutte zich nu direct bemoeit met het stikstof- en landbouwbeleid, ook de derogatie chefsache geworden. De premier trekt ook in dit dossier aan de touwtjes. Niet omdat hij derogatie op zichzelf zo belangrijk vindt of daar een visie op heeft, maar – opnieuw – omdat hij af wil van het 'gedoe' en niet zit te wachten op meer acties en onrust.



Sjaak van der Tak (65), voorzitter LTO
Sjaak van der Tak (65), voorzitter LTO © DIRK HOL

‘Eind augustus verwacht ik duidelijkheid van kabinet’


‘Het was een gesprek zonder taboe’s. Ik heb alles kunnen zeggen’, kijkt LTO Nederland-voorzitter Sjaak van der Tak terug op het stikstofoverleg. ‘Alles is besproken en daar was ook ruimte voor. We hebben met elkaar kunnen spreken zonder meel in de mond.’

Van der Tak nam deel aan het stikstofoverleg namens LTO en nog zes landbouworganisaties. Het valt hem op dat het kabinet in het overleg dogmatisch vasthield aan de eigen standpunten. ‘Het lijkt erop dat ze in zichzelf op zijn naar een oplossing, in plaats van die te zoeken met de boeren zelf. Terwijl wij toch ook echt op zoek zijn naar oplossingen en aan de lat staan om de verduurzaming van de landbouw verder vorm te geven.’

Van der Tak heeft naar eigen zeggen stevig kunnen benoemen wat er mis is. Daarbij stond de vertrouwenscrisis tussen boeren en kabinet centraal. ‘Boeren hebben we sinds 2015 te maken met zwalkend overheidsbeleid. We hebben last van allerlei juridische uitspraken waaruit blijkt dat het beleid ernstig tekortschiet. We zien dat in diverse dossiers, waarvan stikstof nu het grootste is.’

Uitgebreid is gesproken over het stikstofkaartje met daarop de zones met emissiereductiecijfers. ‘Daar gaf met name minister Christianne van der Wal geen ruimte voor. We blijven daarop lobbyen, ook in de Tweede Kamer’, geeft de LTO-voorzitter aan.


Kritische depositiewaarde

Ander punt is de kritische depositiewaarde die Van der Tak niet in de wet wil hebben. ‘Agrarisch ondernemers kunnen daar niet op worden afgerekend, wel op de emissieuitstoot. Met inzet van innovatie kunnen we daarmee aan de slag.’

Verder is gesproken over het onhaalbare tijdspad van 2030 en de PAS-melders die versneld moeten worden gelegaliseerd. Dat staat nu gepland voor 2025. Dat betekent dat deze groep van 3.400 boeren die al drie jaar in onzekerheid zitten, nog eens drie jaar moet wachten. ‘De bal ligt nu bij het kabinet. Zij moeten aan de slag en op zoek naar bewegingsruimte. Eind augustus verwacht ik meer duidelijkheid van het kabinet over hoe verder.’



Guusje ter Horst (70), voorzitter SRP
Guusje ter Horst (70), voorzitter SRP © Dirk Hol

‘Impact individuele boer moet snel duidelijk worden’


‘Een interessante en inhoudelijke bijeenkomst’, zo kwalificeert Guusje ter Horst, sinds eind 2020 voorzitter van de Sectorraad Paardenhouderij (SRP), het stikstofoverleg onder leiding van Remkes. ‘Het was een heel beschaafd overleg. De ministers luisterden met aandacht en ook Remkes vervulde zijn rol als gespreksleider zeer goed.’

De stikstofproblematiek speelt ook een grote rol in de paardenhouderij. Veel paardenhouders zijn gevestigd nabij Natura 2000-gebieden. ‘Zij verkeren in dezelfde onzekerheid als andere veehouders in dezelfde situatie’, zegt Ter Horst.

De SRP-voorzitter geeft aan dat ze circa zesduizend paardenhouderijen in Nederland vertegenwoordigt. Van 2007 tot 2010 was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV.

De onzekerheid wordt unaniem gevoeld, merkte ze tijdens het overleg. ‘Remkes startte met een rondje waarin alle vertegenwoordigers konden aangeven wat er leeft in de sector. De zorg over de snelheid waarmee het kabinet het voorgestelde beleid wil doorvoeren, is opvallend. Naast de zorg over de situatie van de PAS-melders.’

Ter Horst heeft in het overleg benadrukt dat de paardenhouderij ongeveer 500.000 mensen aan zich verbindt. Volgens de oud-minister kan de sector worden ingezet als sociaal instrument, omdat deze bij uitstek de samenleving verbindt met het buitengebied. De paardenhouderij kan dus een bijdrage leveren aan het overbruggen van de kloof tussen stad en platteland, laat Ter Horst weten.


Regie meer bij boeren zelf

Het viel de SRP-voorzitter verder op dat het kabinet ook wil dat de regie meer bij de boeren zelf komt te liggen. ‘Daarvoor is de gebiedsgerichte aanpak ook bedacht. Het is van groot belang dat dat proces zo snel mogelijk van start gaat.’

Verder verwacht Ter Horst veel van de sociaal-economische impactanalyse. Daaruit moet blijken wat de gebiedsaanpak en de te bereiken milieudoelen betekenen voor de agrarisch ondernemers zelf.



Douwe Monsma (65), voorzitter Biohuis
Douwe Monsma (65), voorzitter Biohuis © Eigen Foto

‘Kabinet moet zelf regie nemen op gebiedsproces’


‘Een vreemd overleg met een teleurstellend resultaat’, noemt Douwe Monsma het stikstofoverleg. ‘Het was een typisch verkennend gesprek waarbij het kabinet wel meer voorbereidend werk had kunnen doen. Ze kwamen in het gesprek met geen enkel concreet voorstel over de brug. Dat maakt dat het voor mij teleurstellend was.’ Monsma is sinds september 2021 plaatsvervangend voorzitter van bioboerenvereniging Biohuis.

Wel viel het Monsma op dat de druk op het kabinet heel groot is. Het kabinet moet vanwege rechtspraak voor 1 juli 2023 de reductie op de uitstoot van broeikasgassen op gevoelige natuurgebieden hebben geregeld, omdat er anders geen vergunningen meer worden afgegeven. ‘Het zal afhangen van hoeveel ruimte D66 geeft binnen de coalitie.’

Monsma vond de rol van landbouwminister Henk Staghouwer terughoudend. ‘Hij nam niet het initiatief in de discussie.’ Over stikstofminister Christianne van der Wal is hij positiever. ‘Ze dacht actief mee en toonde zich geïnteresseerd en oprecht. Ze komt betrouwbaar over. Het is duidelijk dat ze een opdracht heeft van het kabinet en die uitvoert.’

De Biohuis-voorzitter noemt het positief dat Van der Wal excuses maakte voor het kaartje en de manier waarop dat gecommuniceerd is. ‘Ongeveer 50 procent van onze biologische melkveehouders grenzen met hun bedrijf aan natuur- of Natura 2000-gebieden.’


Tijdspad te kort

Monsma had graag met andere groene agropartijen gepraat met het kabinet over de inhoud van hun tienpuntenplan, begin juli aangeboden aan het kabinet. Tegelijk schaart hij zich achter de standpunten van LTO Nederland. ‘Die kritische depositiewaarde is een gedrocht en moet worden heroverwogen. Daarnaast ben ik het ermee eens dat het tijdspad te kort is. Een boer kan niet binnen één of twee jaar de hele bedrijfsstrategie omgooien.’

Verder hamert Monsma op het opnieuw optuigen van een soort Dienst Landelijk Gebied ter ondersteuning van de gebiedsaanpak. ‘Het kabinet moet regie nemen. Ze kunnen niet alles aan de provincies overlaten.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
Meer weer