LTO Noord zoekt oplossing voor waterboringen Zuidelijk Flevoland

Het overleg over de sluiting van waterbronnen die water uit het beschermde watervoerende pakket halen in een deel van Zuidelijk Flevoland verloopt moeizaam. Dat stelt voorzitter Jaap Lodders van LTO Noord-afdeling Zuidelijk Flevoland vast. 'Er zit niet echt schot in. Provincie en waterschap wijzen naar elkaar als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid. Het lijkt erop dat provincie en waterschap niet door hebben wat de impact is van de sluiting van de bronnen op bedrijfsniveau.'

Waterwinbedrijf Vitens vindt dat de putten van agrarische en andere bedrijven in het gebied een te groot risico vormen voor de winning van drinkwater in het gebied. Zuidelijk Flevoland werd daarom aangewezen als boringsvrije zone.

Projectplan

Om de problematiek inzichtelijk te maken, is door LTO Noord een eigen projectplan opgesteld. De bedoeling is dat op korte termijn keukentafelgesprekken worden gevoerd met een aantal leden die met de sluiting te maken krijgen.
'Op basis van de gesprekken met de boeren in kwestie willen we op bedrijfsniveau de gevolgen van de sluiting in beeld brengen. Daarnaast willen we inzicht krijgen in lopende ideeën voor eventuele alternatieven', aldus Lodders.

Het rapport met de uitkomsten van de keukentafelgesprekken wordt aangeboden aan Gedeputeerde en Provinciale Staten en het bestuur van het waterschap. Lodders: 'We hopen dat we op basis daarvan met provincie, waterschap en waterbedrijf Vitens in gesprek kunnen over alternatieven. De opzet is om met een goede verdeling van ondernemers uit het gebied met een waterbron tot een oplossing te komen.'

Onttrekken grondwater

Het onttrekken van grondwater uit putten dieper dan 30 meter wordt vanaf 2025 verboden. Dat gebeurt om de winning van drinkwater door waterbedrijf Vitens veilig te stellen. Tot die tijd geldt een overgangsregime. Volgens Gedeputeerde Staten is de bodem in Zuidelijk Flevoland kwetsbaar en hebben agrarisch ondernemers in het gebied tot 2025 om oplossingen te zoeken.

Gedeputeerde Staten raadden boeren in het gebied eerder aan contact op te nemen met waterschap Zuiderzeeland voor advies over alternatieven. Het waterschap kan aangeven of een ondiepere bron een oplossing kan zijn of dat voldoende oppervlaktewater van voldoende kwaliteit beschikbaar is.