Locatie glastuinbouwbedrijf bepaalt reductiepotentie CO2

'Met de nodige inspanningen moet het glastuinders lukken de CO2-emissie voldoende terug te dringen', verwacht Arne Bac van Rabobank. 'Wel kan de uitwerking van de energietransitie per bedrijf sterk verschillen. Daarbij speelt de vestigingslocatie een grote rol.'

Locatie+glastuinbouwbedrijf+bepaalt+reductiepotentie+CO2
© Persbureau Noordoost

Sectormanager tuinbouw Arne Bac en zijn Rabo-collega Lambert van Horen, sectorspecialist glastuinbouw, zijn overwegend optimistisch dat glastuinders erin slagen om in de periode tot 2030 te voldoen aan hun emissiedoelen. Verder gaan ze ervan uit dat de sector tot 2040 een flinke stap kan zetten om volledig klimaatneutraal te zijn. Van Horen: 'De doelen zijn scherp en het zal zeker niet vanzelf gaan, maar er is bij de ondernemers voldoende bewustzijn om dit voortvarend verder op te pakken.'

Bac en Van Horen zijn namens Rabobank de samenstellers van de publicatie 'Terugdringing van CO2-emissies glastuinbouw forse uitdaging' die deze week is verschenen. Hierin geven zij een overzicht van wat de glastuinders tot 2020 hebben gerealiseerd in de energietransitie en welke reductiemogelijkheden er nog zijn. Ze besteden in het rapport ook aandacht aan de regionale verschillen. In dat kader bekijkt Rabobank in hoeverre het mogelijk is gebiedsgericht te werken aan emissiebeperking, naast de bedrijfsgerichte en sectorale aanpak.


Berekening van de CO2-emissie in de glastuinbouw, uitgaande van de reeds bereikte verduurzaming met aardwarmte, restwarmte en ‘het nieuwe telen’ en de besparingsopties voor de periode van 2023 tot 2030.
Berekening van de CO2-emissie in de glastuinbouw, uitgaande van de reeds bereikte verduurzaming met aardwarmte, restwarmte en ‘het nieuwe telen’ en de besparingsopties voor de periode van 2023 tot 2030. © Nieuwe Oogst

Energie is volgens Bac een niet te vermijden onderwerp voor de glastuinbouw. 'Dat heeft nu vanzelfsprekend te maken met de hoge energieprijzen. Maar in dit rapport willen we vooral laten zien waar mogelijkheden liggen om de CO2-uitstoot terug te dringen. Het moet de tuinder perspectief geven.'

Uiteindelijk hebben supermarkten liever aardwarmtetomaten dan WKK-tomaten

Arne Bac, Rabobank-sectormanager tuinbouw

Volgens de inschatting van Rabobank komt de huidige emissie van broeikasgassen overeen met 6,68 megaton CO2-equivalenten. In het energieconvenant hebben sector en overheid een restemissiedoel vastgesteld van maximaal 4,8 megaton CO2 met een streven om 0,5 tot 1 megaton extra te reduceren. Rabobank gaat ervan uit dat meer dan 10 procent van de energievraag wordt ingevuld door duurzame energiebronnen en de rest nog door fossiele brandstoffen.

Als besparingsopties noemt Rabobank in het rapport het gebruik van aardwarmte, 'het nieuwe telen', het kunnen beschikken over restwarmte van nabijgelegen bedrijven en het bouwen en energievriendelijk inrichten van nieuwe kassen. 'Voor de mogelijkheid om te besparen op gasverbruik is de locatie van een bedrijf enorm belangrijk', verklaart Van Horen. 'Voor bedrijven in glastuinbouwclusters zijn er meestal meer mogelijkheden om alternatieve warmtebronnen te gebruiken dan voor solitaire bedrijven. Juist die alleenstaande bedrijven zijn afhankelijker van hun buren.'


Reductiepotentieel berekend

In het rapport berekende Rabobank het reductiepotentieel voor de glastuinbouw per provincie in de periode tot 2030. Daaruit blijkt dat Zuid-Holland, de provincie met het grootste glastuinbouwareaal, 65 procent emissiereductie kan realiseren. Dit is vooral gebaseerd op de sterke concentratie van bedrijven en de realisatie van diverse aardwarmteprojecten.

Voor Noord-Brabant, Noord-Holland en Limburg, ook drie provincies met een substantieel glasareaal, is het reductiepotentieel met respectievelijk 47 procent, 43 procent en nog eens 43 procent wat lager ingeschat. Dit is vooral vanwege het meer verspreid liggen van de bedrijven en daardoor de beperkte mogelijkheden om aan te sluiten bij aardwarmteprojecten.


Gebruik restwarmte

In Noord-Brabant zijn er wel kansen voor het gebruik van restwarmte in tuinbouwgebieden dicht bij grotere industrieterreinen. Het reductiepotentieel voor Limburg is fors lager als daar aardwarmte niet meer mogelijk blijkt. Wellicht is daar op de langere termijn iets mogelijk met groene waterstof als energiebron, veronderstelt Van Horen.

In de berekening van het reductiepotentieel speelt het kunnen beschikken over aardwarmte een belangrijke rol, erkent hij. 'Maar het is niet zaligmakend. Ook met nieuwe technieken, andere teelten of een goede samenwerking met omliggende bedrijven is voldoende reductie mogelijk.'

Het potentieel om te voldoen aan emissiedoelen heeft volgens Rabobank ook gevolgen voor de concurrentiepositie van glastuinders. Bac: 'Supermarkten kijken steeds meer naar de energie-footprint van producten die zij verkopen. Uiteindelijk zullen ze aardwarmtetomaten verkiezen boven warmtekrachtkoppeling (WKK)-tomaten. Het is een extra stok achter de deur.'


Stimulerend beleid nodig

Van de overheid verwacht Bac een stimulerender beleid. Volgens hem is het nu wachten op het Energieakkoord dat de sector handelingsperspectief moet geven. 'Verder pleiten we voor reparatie van de SDE-subsidie. De koppeling van deze regeling met de gasprijzen heeft juist een averechtse werking op de verduurzaming.'

Van Horen geeft aan dat Rabobank het energievraagstuk standaard meeneemt in gesprekken over bedrijfsplannen. 'Van de ondernemers willen we graag weten wat hun routekaart is om emissiedoelen te halen. Samen bekijken we verder wat mogelijk is om binnen regio's te werken aan energiebesparing. Vandaar dat een glastuinder, meer nog dan in het verleden, goede buren nodig heeft. En dat hoeft geen collega te zijn.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer