Derogatiedossier zit muurvast

De onderhandelingen over de derogatie voor de Nederlandse veehouderij zitten muurvast. Brussel is niet van plan om Nederland tegemoet te komen en stelt harde eisen.

Derogatiedossier+zit+muurvast
© Ruben Meijerink

Deze week had landbouwminister Henk Staghouwer in Brussel een ontmoeting met Eurocommissaris Frans Timmermans. Heet hangijzer voor Nederland is het uitblijven van de toekenning van de derogatie. Duidelijkheid hierover wordt pas verwacht na de vergadering van het Europese Nitraatcomité in september.

Staghouwer laat weten dat de vooruitzichten voor het verkrijgen van een nieuwe derogatie zeer slecht zijn. Hij schrijft dit in een Kamerbrief die dinsdag verscheen in antwoord op een motie van VVD-Kamerlid Thom van Campen, gesteund door ChristenUnie, CDA, BBB en SGP.

Uit de Kamerbrief blijkt dat het Nederland tot nu toe niet is gelukt het dossier vlot te trekken in Brussel. De Europese ambtenaren zouden onvoldoende onder de indruk zijn van het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn inclusief een stevig addendum, de diverse stoppersregelingen om de veestapel te laten krimpen en de transitieopgave met het bijbehorende fonds van 25 miljard euro van het huidige kabinet.

Er is onder EU-ambtenaren een grote onwil wat betreft derogatieverlenging, ze zijn zeer argwanend tegenover Nederland

Bron in Brussel

Volgens ingewijden is Brussel uit op het verkleinen van de Nederlandse veestapel ten gunste van de waterkwaliteit. Brussel wil beleid zien waarbij hier aantoonbaar op wordt gestuurd, zint op extra maatregelen en een monitoringssysteem van de waterkwaliteit en wil indien nodig voorwaarden tussentijds kunnen aanscherpen.

Staghouwer wil dat niet en meent dat het Nitraatcomité Nederland moet vertrouwen in de eigen aanpak. En juist aan dat vertrouwen ontbreekt het. Brussel vindt dat Nederland al veel te vaak beloftes heeft gedaan en wijst erop dat de waterkwaliteit nog steeds niet goed genoeg is. Ook wijst Brussel op andere nadelige milieueffecten.


Daarmee lijken de onderhandelingen in een patstelling te verkeren. LNV bereidt zich voor op het scenario dat derogatie niet wordt verleend. De coalitiepartijen zijn hier onlangs voor om tafel gegaan.

Het niet verlenen van de derogatie betekent een gemiddelde kostenstijging per veehouder tot wel 20.000 euro per jaar, omdat meer mest moet worden afgezet. Ook heeft het consequenties voor de grondgebondenheid van melkveebedrijven en de gebiedsgerichte aanpak. Vooral de varkenshouderij vreest voor een koude sanering.


Aanvullende bepalingen

Europa is niet alleen voor Nederland strenger. In een conceptderogatiebeschikking aan Ierland zijn onlangs ook aanvullende bepalingen over monitoring van de waterkwaliteit opgenomen.

Staghouwer verwacht dat Brussel ook een dergelijke bepaling wil voor Nederland. 'Ik ben hier geen voorstander van, omdat dit onzekerheid met zich meebrengt over de omvang van de derogatie gedurende de looptijd van de beschikking, wat voor boeren juist een belangrijk gegeven is in hun bedrijfsbeslissingen en de agrarische uitvoeringspraktijk', schrijft hij.

'Daarbij komt dat we de afgelopen jaren hebben ervaren dat weersomstandigheden van grote invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van de waterkwaliteit, wat buiten de invloedssfeer van de boer ligt.' Staghouwer wil een derogatieverlenging van opnieuw vier jaar zonder tussentijdse wijzigingen.


Weinig indruk

Het verzet van het Nitraatcomité tegen verlenging van de derogatie is het gevolg van de slechte palmares die Nederland heeft op het gebied van de waterkwaliteit. 'Er is onder EU-ambtenaren een grote onwil wat betreft derogatieverlenging. Ze zijn zeer argwanend tegenover Nederland', meldt een bron in Brussel met zicht op de derogatieonderhandelingen.

Het Nitraatcomité wil keiharde garanties over een afname van de mestproductie en daarmee een krimp van de veestapel. Ook gezien de moeizaam verlopende stikstofaanpak kan Nederland die niet geven.

Denkbaar is dat de commissie met regionale aanscherpingen van de mestplaatsingsruimte komt. Maar voor dergelijke aanpassingen van de derogatie naar bijvoorbeeld verschillende bemestingsnormen per grondsoort, is het feitelijk al te laat. Het jaar 2022 is te ver gevorderd, klinkt het in de wandelgangen.


Mestproductieplafonds omlaag

Volgens Staghouwer overweegt de Europese Commissie de hoogte van de mestproductieplafonds te verlagen. Dit betekent een koude sanering van de veehouderij, waarbij naar verwachting met name de varkenshouderij de grootste klappen zal opvangen.

Het rijdt ook de gebiedsgerichte stikstofaanpak van natuurminister Christianne van der Wal in de wielen. 'Inmenging vanuit Brussel gedurende de looptijd van de beschikking staat daarmee op gespannen voet', schrijft Staghouwer, ook namens Van der Wal.

De afgelopen jaren viel iets minder dan de helft van het Nederlandse areaal landbouwgrond onder de derogatie, 750.000 tot 900.000 hectare. Het wegvallen van derogatie heeft direct consequenties voor de mestmarkt. Met name melkveehouders nemen deel aan de derogatie. De verwachting is dat zonder derogatie een deel van het areaal grasland wordt omgezet in bouwland, waardoor de uitspoeling van nitraten toeneemt. Nu is 80 procent grasland een eis om in aanmerking te komen voor derogatiedeelname.


Brandbrief LTO

LTO Nederland stuurde vorige week een brandbrief om het belang van de derogatie te benadrukken. 'Wij krijgen steeds meer signalen dat het niet goedkomt met de derogatie', zegt LTO-bestuurder Jos Verstraten. 'Het is landbouwkundig niet uit te leggen. Juist bij de derogatiebedrijven is de waterkwaliteit op orde en het is ook positief voor klimaat en kringloop.'

Derogatie zorgt ervoor dat zoveel mogelijk eigen mest wordt benut en dat sluit aan bij de kringloopgedachte. Verstraten ziet dan ook dat juist de voorlopers, bedrijven bij wie de waterkwaliteit goed op orde is, het slachtoffer worden als de derogatie niet doorgaat.


Vooral grondgebonden bedrijven zullen hard worden geraakt. Eerder berekende Wageningen University & Research al dat de schade voor een melkveebedrijf tussen de 10.000 en 20.000 euro kan liggen, afhankelijk van het soort bedrijf.

Met derogatie is er ongeveer 2 grootvee-eenheid (GVE) per hectare aan mestplaatsingsruimte. Zonder is dit minder dan 1,5 GVE. Volgens de wet ben je grondgebonden als de fosfaatplaatsingsruimte net zo groot is als de fosfaatproductie. Maar zonder derogatie is stikstof de beperkende factor. Verstraten: 'Dan heb je dus een grote groep bedrijven die zich formeel grondgebonden mag noemen, maar wel een mestoverschot heeft.'

Verlies van derogatie is ook voor akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers een slechte zaak. Voorzitter Tineke de Vries van de LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroenten licht toe: 'Omdat wij op de langere termijn niet in staat zullen zijn onze gewassen en bodems op een goede manier te voeden.'


Enorme kostprijsverhoging

Na het eventueel afschaffen van de derogatie door Brussel verwacht De Vries dat in eerste instantie wel meer dierlijke mest beschikbaar komt. 'Maar dat is van korte duur. Daarna zal het voor akkerbouwers en groentetelers juist lastiger zijn om te beschikken over ruwe mest. En dat maakt ons afhankelijker van kunstmest. Ik voorspel daardoor opnieuw een enorme kostprijsverhoging.'

Europarlementariër Jan Huitema (VVD) beaamt dit. 'Verlies van derogatie zal een enorme wissel op de resultaten van boerenbedrijven trekken, omdat die dan meer van het dure kunstmest moeten aanwenden.' Huitema liet afgelopen week via Twitter weten dat hij een 'nachtmerriescenario' voorziet waarbij Nederland de derogatie verliest en als doekje voor het bloeden kunstmestvervangers mag toepassen. ‘Want ook die zijn duurder dan dierlijke mest.'

Een ander scenario dat voorligt waar Huitema al naar verwees, is dat alleen voor de toepassing van kunstmestvervangers een vrijstelling komt. Brussel wil af van kunstmestgebruik en Nederland pleit al jaren voor toelating van kunstmestvervangers.


Nederland behaalde onlangs een succes door de toelating van kunstmestvervangers op de agenda van de Europese Commissie te krijgen. Een resolutie daartoe kreeg in het Europese Parlement grote steun. Het kan een kostenbesparing opleveren ten opzichte van industriële kunstmest. En de alternatieven uit dierlijke mest dragen bij aan het terugdringen van de afhankelijkheid van Russisch gas.

Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP): 'Bovendien kan het verlies aan plaatsingsruime voor dierlijke mest nooit worden gecompenseerd door kunstmestvervangers. Bij verlies van derogatie neemt de plaatsingsruimte gigantisch af. Dat ga je maar zeer ten dele goedmaken met mineralenconcentraten.'


Voedselvoorziening

Ruissen stelt dat de derogatie ook belangrijk is voor de voedselvoorziening in Europa. 'Daarmee houden we ook de voedselproductie op peil. En in Nederland doen we dat zeer goed, als je kijkt naar de milieu-impact per kilo product.'

Tijdens een bijeenkomst van het Nitraatcomité van de Europese Commissie op 15 juni geeft Nederland voor de derde keer een presentatie over het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn, het bijbehorende addendum en de gebiedsgerichte aanpak waarmee Nederland de waterkwaliteit wil verbeteren.


Al zestien jaar derogatie

Nederland heeft sinds 2006 een derogatie, waardoor agrariërs onder voorwaarden meer stikstof uit dierlijke mest op hun grond mogen uitrijden. Derogatie betekent dat Europa toestemming geeft om af te wijken van een algemeen vastgestelde norm. Elke Europese lidstaat mag niet meer dan 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare grond uitrijden. Bij derogatie mag onder voorwaarden 230 of 250 kilo stikstof worden uitgereden op voedergrasland. Nederland heeft deze uitzondering te danken aan gunstige teeltomstandigheden.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 6°
    10 %
  • Donderdag
    10° / 7°
    10 %
  • Vrijdag
    11° / 7°
    5 %
Meer weer