Heffing sierteeltpromotie verandert

Tot die tijd heeft Bloemenbureau Holland (BBH), de promotieorganisatie voor sierteeltproducten, de tijd om een ander heffingensysteem op poten te zetten. Daarbij gaan de eerste gedachten uit naar de vorm van een Verbindend Verklaring (VV), die is goedgekeurd door demissionair landbouwminister Carola Schouten.

Volgens BBH-directeur Dennis van der Lubbe kijkt het promotiebureau samen met FloraHolland, de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten en de Brancheorganisatie Sierteelt naar deze mogelijkheid. Laatstgenoemde heeft al ervaring met zo'n VV.

De ledenraad van FloraHolland nam eind vorige week het besluit om een punt te zetten achter de inning van het geld bij kwekers en handel. De bloemenveiling nam deze taak over van het Productschap Tuinbouw toen dat begin 2015 ter ziele ging.

Ongelijk speelveld

De huidige manier van heffen leidt tot een ongelijk speelveld voor de veiling. Voor telers die vooral leveren aan de retail is het een reden om naar andere afzetmethodes te kijken. Bij handel buiten de veiling om wordt de heffing niet geïnd.

Telers dragen bij FloraHolland 0,2 procent van hun omzet af voor de generieke bloemen- en plantenpromotie. Bij handelaren ligt dit percentage op maximaal 0,19. Voor 2022 ligt het budget van BBH op 19,9 miljoen euro. Hiervan komt 60 procent van kwekers en 40 procent van handelaren. Andere financiers heeft het bureau nagenoeg niet, zegt Van der Lubbe.

De woordvoerder van FloraHolland benadrukt dat directie en ledenraad van de bloemenveiling het belang van de promotieactiviteiten van BBH onderschrijven. Hier zijn ze zeker niet op tegen.

Sectorbrede oplossing

FloraHolland heeft het liefst dat de inning voortaan via een VV gebeurt. Deze eenduidige sectorbrede oplossing heeft de voorkeur. Dat is ook zo bij Van der Lubbe. 'Iedereen in de sierteeltsector profiteert van de activiteiten van BBH, waarmee we ervoor zorgen dat consumenten meer bloemen en planten kopen. Het is dus logisch en eerlijk als de gehele sector aan die investering voor de toekomst meebetaalt.'

De BBH-directeur verwacht dat het geboden tijdsbestek van twee jaar voor een nieuwe opzet van inning voldoende is. Of het lukt, maakt hij als directeur van het bureau niet meer mee. Van der Lubbe gaat met ingang van 2022 weg bij BBH. Zijn vertrek heeft volgens hem niets te maken met deze verandering.