Gebruik duurzame energiebronnen neemt toe in alle EU-landen

Gemiddeld is in de EU het aandeel van duurzame energiebronnen in het bruto-eindverbruik van energie tussen 2009 en 2019 gestegen van bijna 14 procent tot bijna 20 procent. In 2019 dekte Zweden al ruim 56 procent van het bruto-eindverbruik van energie uit duurzame energiebronnen, de hoogste waarde in de EU.

Naast Zweden registreerde Finland in 2019 een hoog aandeel duurzame energie in het bruto-eindverbruik van energie met 43 procent, Letland met 41 procent en Denemarken met 37 procent.

Nederland 8,8 procent

In andere EU-landen waren de verhoudingen nog laag. In 2019 speelden duurzame energiebronnen een relatief kleine rol in onder meer Luxemburg (7 procent), Malta (8,5 procent) en Nederland (8,8 procent). In Duitsland was het aandeel bijna 17,5 procent, iets lager dan in Italië (18 procent) en iets hoger dan in Frankrijk (17 procent).

Het bruto-eindverbruik van energie omvat het energieverbruik van de eindverbruikers – industrie, transport, huishoudens – plus het eigen verbruik van de centrales en de netverliezen tijdens het energietransport. Het doel van de EU is 40 procent duurzame energie tegen 2030. Dit is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs.