Imker Rob Triest: 'Bollenperceel volmaakte plek voor bijen'

Imker Rob Triest krijgt vaak de vraag of hij niet bang is om bijenkasten op bollenpercelen te plaatsen. Gewasbeschermingsmiddelen kunnen insecten immers doden, is de veronderstelling. 'Ik zie het het juist als volmaakte plek.'

Imker+Rob+Triest%3A+%27Bollenperceel+volmaakte+plek+voor+bijen%27
© Bert Hartman

De nieuwste uitvalsbasis van de imker van Schokkerbij uit het Flevolandse Biddinghuizen is op het bedrijf van Apeldoorn Bloembollen in het Noord-Hollandse Egmond-Binnen. Bij Theo Apeldoorn leefde het idee al langer om iets met bijen te doen. 'Door alle drukte was het er nog niet van gekomen, maar een inleiding door Rob over de imkerij triggerde ons opnieuw.'

Dit voorjaar zetten Theo en zijn neef Jan-Willem Apeldoorn door. Triest zette twee eigen kasten aan de rand van een talud met inheemse bloemenmengsels direct langs een bollenperceel. Inmiddels zijn de eerste twee eigen bijenvolken van Apeldoorn ook geplaatst. 'Dat gaat in het begin om zo'n twintigduizend bijen, maar dat kan snel uitbreiden naar de gebruikelijke 80.000 bijen. Zeker op zo'n mooie plek als deze', stelt Triest.


Marc Noordermeer, Rob Triest, Theo en Jan-Willem Apeldoorn.
Marc Noordermeer, Rob Triest, Theo en Jan-Willem Apeldoorn. © Bert Hartman

Hij doelt daarbij op de vruchtbare locatie in de binnenduinrand. 'Bolbloemen bloeien maar een korte periode in het jaar. Met de natuur in de naastgelegen duinen kunnen de bijen jaarrond voedsel verzamelen. We hoeven ze dus geen suikerwater te geven om te overleven. Daar ben ik groot tegenstander van, niks mooier dan dat mijn bijen zichzelf puur natuur weten te redden.'

Tussen de eucomis krioelde het van de bijen en de hommels

Jan-Willem Apeldoorn, Apeldoorn Bloembollen in Egmond-Binnen

Bevlogenheid

Het enthousiasme van de imker werkt aanstekelijk. Marc Noordermeer is bij Apeldoorn Bloembollen verantwoordelijk voor de aansturing van het personeel, maar bekommert zich inmiddels ook om de bijenvolken. 'Triest brengt ons de fijne kneepjes van het vak bij, zodat we ons steeds beter zelf kunnen redden. Zijn kennis en bevlogenheid zorgen dat we snel vorderingen maken. Het is echt leuk werk.'

Die ochtend klimt het tweetal via de ladder de hut in waar de kasten staan. Zonder pakken, kappen of rook halen ze er allebei voorzichtig een honingkamer uit. 'Merk je het? De bijen blijven heel rustig', zegt de imker. 'Dat betekent dat ze het op deze plek naar hun zin hebben. Er is dus volop voedsel beschikbaar.'


Het talud met het inheemse bloemenmengsel.
Het talud met het inheemse bloemenmengsel. © Bert Hartman

De reden voor Triest om specifiek in de bollenteelt actief te willen zijn, is zijn overtuiging dat er te veel vooroordelen leven over de agrarische sector. 'Die zou hele bijenvolken uitroeien met pesticiden. Dat is absoluut niet het geval. Kijk alleen al naar de enorme aantallen bijen die gewoon tussen de bolgewassen rondvliegen. Dat is echt een lust voor het oog.'

Jan-Willem Apeldoorn: 'Deze zomer gingen we in de eucomis kijken, een relatief klein gewas voor ons, maar daar krioelde het van de bijen en de hommels. Prachtig om te zien en een goed teken, want bijen bepalen immers zelf waar ze naartoe vliegen. We hebben een breed scala aan bolgewassen en we komen ze bijna overal tegen. In de tulpen wat minder, maar wel volop in de muscari, hyacinten en narcissen. En in de allium, waar ze ook een rol vervullen in de bestuiving.'


Geursporen wijzen de weg

Triest hoort het enthousiaste relaas van de bollentelers glimlachend aan. 'Bijen hebben een foerageergebied van 5 kilometer. Verkenners checken de omgeving op voedsel. Terug in de kast rapporteren ze dat door middel van een dans. Met geursporen wijzen ze de werkbijen de weg. De natuur is volmaakt. Het heeft alles in zich. Leuk om te ervaren dat die inzichten hier op het bedrijf ook goed landen.'

De imker zou graag met meer Noord- en Zuid-Hollandse telers willen samenwerken. Zelf is hij nog actief op het voormalig eiland Schokland en het vlindereiland op Natuurpark Lelystad in Flevoland. 'De samenwerking met de sector maakt me enthousiast. Boeren zijn van oudsher begaan met de natuur. Daarnaast hebben ze de ruimte.'


De eigen honing van Apeldoorn Bloembollen.
De eigen honing van Apeldoorn Bloembollen. © Bert Hartman

De bedoeling is om dit najaar collega-telers bij te praten over de eerste ervaringen. 'Het is hier goed opgepakt. We hebben laatst de eerste honing geslingerd. Die potjes met het gouden lekkernij zijn een tastbare beloning voor geleverd werk.' Jan-Willem Apeldoorn knikt: 'Maar de reuring van de bijen rondom de kasten en op het land zijn ons minstens zoveel waard.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer