Gebruiksmerkenregel soms foutief toegepast

Een derde oormerk inknijpen is namelijk in strijd met de gebruiksmerkenregel die op 1 januari 2019 is ingegaan. Hierin is vastgelegd dat een varken maximaal twee gebruiksmerken in het oor mag hebben. Sindsdien mag een zeug die wordt afgevoerd naar de slacht alleen een combimerk hebben en een vlak na de geboorte aangebracht biggenmerk.

Bedrijven die de biggenmerken eruit knippen en inruilen voor slachtblikken, kunnen eveneens worden beboet. Deze niet-toegestane handeling springt direct in het oog bij de NVWA-inspecteurs. De enige uitzondering geldt voor de categorie oude zeugen die nog geen combimerk hebben ingeknepen gekregen als gelt.

Slachtblik

Toch komt het in de praktijk nog regelmatig voor dat slachtzeugen worden voorzien van een slachtblik, merken de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) en Vee & Logistiek Nederland (V&LN). Het verkeerd toepassen van de gebruiksmerken komt volgens hen vooral voort uit onwetendheid.

Het combimerk is een identificatiemerk en slachtblik ineen, waarmee slachterijen in binnen- en buitenland goed mee uit de voeten kunnen. Als zo'n merk goed in het oor is ingebracht, hoeven varkenshouders niet bang te zijn voor verlies. Daarom hebben bepaalde merkenleveranciers het materiaal verbeterd.