Verscherpt toezicht op afvalwaterinjectie NAM in Twente

De NAM had al in 2017 een scheur in de buitenbuis van een injectieput in Twente moeten onderzoeken en bij SodM moeten melden. Dat is echter niet gebeurd. De injectie van afvalwater in de nabijgelegen injectieput is nu door de NAM uit voorzorg stilgelegd. Er zijn overigens geen aanwijzingen dat er lekkage van productiewater heeft plaatsgevonden, meldt SodM. Het Openbaar Ministerie is ingeschakeld om vanuit strafrechtelijk oogpunt naar de zaak te kijken.

In februari van dit jaar constateerde de NAM een scheur in de buitenbuis van waterinjectieput ROW2 in Rossum. De NAM heeft deze bevinding aan SodM gemeld en heeft conform de wettelijke verplichting een onderzoek uitgevoerd. SodM heeft het onderzoek van de NAM beoordeeld en komt tot de conclusie dat de NAM onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak van de scheur.

Bovendien was het monitoringsprogramma van de NAM niet in staat om schade aan deze put tijdig op te sporen. SodM acht dit met name een risico voor injectieput ROW7, die zich in de nabijheid bevindt van ROW2. SodM sluit niet uit dat op dit moment vergelijkbare krachten in de diepe ondergrond inwerken op deze put. Op aangeven van SodM heeft de NAM daarom de waterinjectie in ROW7 uit voorzorg stilgelegd.

Geen gevaarlijke situaties

SodM benadrukt dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat zich gevaarlijke situaties hebben voorgedaan bij put ROW2 of dat deze dreigen plaats te vinden bij de overige injectieputten in het gasveld Rossum-Weerselo. SodM heeft vastgesteld dat het teruggehaalde deel van de binnenbuis van ROW2 nog intact was. De gemeten injectiedrukken tonen geen lekkage van productiewater naar de buitenbuis.

Wel staat vast dat zo'n 10 kuub mijnbouwvloeistof, die tussen de binnen- en de buitenbuis zit, naar de diepe ondergrond is gelekt. Deze vloeistof bestaat uit water met een pH-waarde van 11 door de toevoeging van kaliumchloride (zout). Deze vloeistof is in een injectiereservoir terechtgekomen.

De NAM had al in 2017 kunnen weten dat er problemen waren met de integriteit van injectieput ROW2. De druk in de ruimte viel augustus dat jaar namelijk tussen de binnen- en de buitenbuis kortstondig weg. De gemeten drukdaling had tijdig opgemerkt, onderzocht en bij de toezichthouder gemeld moeten worden. De NAM heeft de toezichthouder pas in maart 2021 van deze drukdaling op de hoogte gesteld.

'Kwalijk dat geen actie is ondernomen'

Pieter van den Bergen, directeur Toezicht bij SodM: 'Activiteiten in de diepe ondergrond zijn niet zonder risico's. Daarom is het zo belangrijk dat de NAM de monitoring op orde heeft en zo goed mogelijk begrijpt wat zich in de diepe ondergrond heeft afgespeeld. Dat de NAM geen actie heeft ondernomen na de eerste signalen in 2017, vinden wij kwalijk. Bovendien stellen wij vast dat er nog veel onzekerheid is over de exacte toedracht.'

'Omdat wij dit voor de nabijgelegen injectieput op dit moment een te groot risico vinden, hebben wij de NAM gezegd de injectie van productiewater via deze put uit voorzorg stil te leggen. Daarnaast hebben wij de waterinjectie-activiteiten van de Nam in Twente onder verscherpt toezicht gesteld. Dat blijf zo totdat wij ervan overtuigd zijn dat de NAM de risico's van waterinjectie in de diepe ondergrond afdoende beheerst.'

In Twente vindt de injectie van productiewater plaats dat vrijkomt bij de oliewinning in Schoonebeek. Dat productiewater wordt geïnjecteerd in het voormalig gasveld Rossum-Weerselo via putten ROW4, ROW5 en ROW7.