Gekoppelde bietensteun verstoort Europese suikermarkt

Gemiddeld bedraagt de steun 30 per ton suiker, concludeert The Journal of Agricultural Economics in een analyse van de suikermarkt. Roemenië geeft met 91 euro per ton suiker de meeste steun. Ook Griekenland, Slowakije, Hongarije en Polen zitten qua steun hoger dan het EU-gemiddelde. Litouwen heeft met 8 euro per ton suiker de laagste steun.

De EU stopte op 30 september 2017 met de suikermarktordening. Daardoor verdween de suikerquotering en de minimumbietenprijs. Veel lidstaten voerden toen een gekoppelde steun in voor de bietenteelt. Het ging met name om kleinere suikerbietenproducerende lidstaten in het oostelijke en zuidelijke deel van de EU.

30 euro per ton suiker

In 2017 kreeg ongeveer 486.000 hectare suikerbieten steun, goed voor zo'n 30 procent van het totaal geoogste bietenareaal in de EU. De gemiddelde premie bedraagt 331 euro per hectare, zo blijkt uit de analyse. Omgerekend is dat gemiddeld 5 euro per ton bieten en 30 euro per ton suiker.

Tot dusver hebben elf van de negentien suikerbietproducerende EU-lidstaten besloten bietentelers gekoppelde steun te verlenen. Telers in de meeste grote suikerbietenproducerende lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Nederland en België) ontvangen geen betalingen.

Polen, het op twee na grootste suikerbietenproducerende land van de EU, biedt wel gekoppelde steun voor suikerbieten. Dat is goed voor bijna 50 procent van het gesubsidieerde suikerbietenareaal in de EU. In Polen gaat het om 32 euro per ton suiker, meldt The Journal of Agricultural Economics.

Stijging suikerproductie

De gekoppelde steun leidt ertoe dat telers eerder kiezen voor de teelt van suikerbieten in plaats van een ander gewas. Dit zorgt voor een stijging van de suikerproductie in de EU (plus 1,3 procent) en een daling van de marktprijs. Omdat het gaat om landen die relatief weinig suiker uit bieten produceren, blijft het marktverstorende effect gering.

In landen waar telers geen gekoppelde steun voor suikerbieten ontvangen, leidt de daling van de marktprijs tot een afname van de suikerbietenproductie en een toename van de productie van concurrerende gewassen.

Ondanks deze vrij beperkte marktverstorende effecten, kan het verlenen van gekoppelde steun aan suikerbieten vanuit economisch oogpunt niet worden ondersteund. Het is namelijk in tegenspraak met de doelstelling van een sterkere marktgerichtheid van de landbouwproductie in de EU.