Overijssel blijft bij weigering handhaven beweidingsvergunning

Jurist Valentijn Wösten van milieuorganisaties Mobilisation for the Environment (MOB) en de Vereniging Leefmilieu vindt dat de provincie met de stelselmatige afwijzingen van hun negen verzoeken tot handhaving het stikstofbeleid geen goede dienst bewijst.

Boeren die met hun bedrijf dichtbij stikstofgevoelige natuur zitten, dragen volgens de organisaties met het beweiden en bemesten bij aan de achteruitgang van die natuur. 'Het is onbegrijpelijk dat het bevoegd gezag zich zo opstelt, er is geen touw meer aan vast te knopen.'

Agrarische bestemming

Volgens de advocaat van de provincie ligt het een stuk genuanceerder. Boeren hebben een milieuvergunning voor hun stallen en gebruiken het land op basis van een agrarische bestemming. Zolang dit zo blijft, is er weinig aan de hand, stelt Hans Besselink.

'Gedeputeerde Staten kijken naar de individuele situatie. Zo lang er voor de stallen een vergunning is en er toestemming is voor het gebruik van de landerijen, mag je het hele jaar door beweiden, ongeacht de tijdsduur. Daar hoeft geen berekening achter te zitten, want de situatie is logisch', legt Besselink uit.

Maatschappelijk waardevol

De raadsman van de betrokken maatschap in Scheerwolde, Charles van Mierlo van GVK Advocaten, waarschuwde voor de gevolgen als de overheid kiest voor een vergunningstelsel bij beweiden en bemesten. 'Dan raken de mestkelders alleen nog maar eerder vol en moet mest worden afgevoerd. Dat lost niets op want die komt dan bij een andere boer terecht. Weidegang wordt maatschappelijk juist waardevol gevonden. De afnemers van de melk betalen er extra voor', zegt Van Mierlo.

Van Mierlo haalde nog een rapport uit 2015 van Wageningen University & Research aan. De combinatie van opstallen en weidegang leidt tot minder depositie van stikstof op natuur dan bij alleen opstallen, aldus de wetenschappers.

Horendol van worden

De stelling van Wösten dat door aan- of verkoop van percelen de overheid het zicht kwijt is op wat er eigenlijk gebeurt met de bedrijfsemissie buiten de stallen, kan volgens Van Mierlo leiden tot overmatige bureaucratie. 'Dat in kaart brengen bij 20.000 melkveehouders leidt tot ingewikkelde regeltjes waar iedereen horendol van wordt.'

Provinciejurist Besselink benadrukte dat de provincie wel degelijk scherp is op handhaving. 'Zodra er wordt gebouwd zonder vergunning, zijn wij de eerste die ingrijpen.'