LTO start onderzoek naar erfemissie melkveehouderij

De omvang van erfemissie is wel vaker onderzocht, maar het ontbreekt aan betrouwbare cijfers. Vandaar dat de sector met de waterschappen opnieuw onderzoek doet. Doel van dit onderzoek is om in eerste instantie te kijken naar indicatoren. Dit zijn stoffen die ook aanwezig zijn bij erfafspoeling en een hoge correlatie hebben met stoffen in erfafspoeling.

Als je de indicatoren eenvoudig kunt meten, dan is de omvang van erfafspoeling makkelijker vast te stellen. Het geeft een beeld van of er mogelijk sprake is van afspoeling van verontreinigd water. Dit heeft negatieve gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit en leidt voor het bedrijf tot verlies van waardevolle nutriënten.

Goede afspiegeling

Voor het onderzoek is het belangrijk dat de deelnemende bedrijven een goede afspiegeling zijn van melkveebedrijven in Nederland. De deelnemende partijen zijn op zoek naar bedrijven die al maatregelen voor erfafspoeling hebben genomen en die dit nog van plan zijn . De voorkeur gaat uit naar bedrijven die dit jaar geen ingrijpende veranderingen op het erf doorvoeren en met één lozingspunt vanaf het erf naar het oppervlaktewater.

Bij de selectie van bedrijven wordt rekening gehouden met de variatie in activiteiten op het boerenerf zoals weidegang, kalveren in iglo's, voer- en mestopslag en transportbewegingen. Het doel is om per waterschap twee bedrijven aan te wijzen, veertig in totaal.

Steekmonster nemen

Deelnemers moeten in het komend half jaar in perioden met neerslag drie keer een steekmonster te nemen en op dat moment enkele gegevens registreren. De resultaten worden anoniem behandeld en verwerkt. Hier wordt niet op gehandhaafd. Dit project geeft een goed beeld van wat er nu daadwerkelijk van de boerenerven afstroomt naar het oppervlaktewater.

Aanmelden voor dit onderzoek kan bij Jan Broos van adviesbureau Broos Water.