Werkgevers glastuinbouw doen eindbod cao

De cao heeft een looptijd van 2,5 jaar, van 1 januari 2020 tot 1 juli 2022. In het eindbod is een uitzondering opgenomen voor bedrijven die zwaar zijn getroffen zijn door de coronacrisis. Deze bedrijven kunnen onder voorwaarden de loonsverhogingen later invoeren.

Werkgevers realiseren zich dat de laatste cao-verhoging in juli 2019 plaatsvond, maar daar staat de huidige onzekere economische situatie tegenover, meldt Glastuinbouw Nederland. 'Door de tweede coronagolf is het perspectief op een goed jaar in 2021 bij veel bedrijven verloren. Daarom hebben we ervoor gekozen de loonsverhogingen in 2021 te spreiden, maar wel met een eerste verhoging op 1 januari', zegt Ilse Lensink, woordvoerder namens de werkgevers.

Deze verhoging op 1 januari 2021 is 1,5 procent. Op 1 oktober stijgen de salarissen met 0,5 procent en op 1 april 2022 gaan ze met 2 procent omhoog.

De reden voor het eindbod is de wens van werkgevers om in de cao een protocolafspraak over de WW-premie voor seizoensarbeid op te nemen, aldus Glastuinbouw Nederland. Door de Wet arbeidsmarkt in balans, die begin dit jaar van kracht werd, geldt er voor tijdelijk werk een extra hoge WW-premie die bij veel bedrijven fors hogere kosten veroorzaakt. De sector pleit ervoor om deze hoge premie niet voor seizoenswerk te laten gelden en is hierover in overleg met de overheid.

Toezegging werknemers

Werkgevers willen graag van werknemers de toezegging dat zij eraan zullen meewerken als in de cao moet worden vastgelegd wat seizoenswerk is. Lensink: 'Helaas waren de vakorganisaties niet bereid zo'n afspraak te maken. Daarmee houden ze onvoldoende rekening met de glastuinbouw, een sector die werkt met gewassen waarvan de groei afhankelijk is van het seizoen. Het doen van een eindbod was nog de enige mogelijkheid om op korte termijn tot een cao te komen.'

Bedrijven die zwaar zijn getroffen door de coronacrisis kunnen in de voorgestelde cao de loonsverhoging van 1 januari 2021 en 1 oktober 2021 zes maanden later laten ingaan, in overleg met hun ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemersoverleg.

Eenmalige uitkering

Indien later in 2021 blijkt dat de omzet in 2020 tenminste 95 procent van het omzetniveau van 2019 bedraagt, vindt aan de werknemer op 1 oktober een eenmalige uitkering plaats. Deze bedraagt 1,5 procent van het salaris over de maanden januari 2021 tot en met juni 2021. In dat geval gaat de eerstvolgende verhoging van 0,5 procent in op 1 oktober 2021.

'De uitzonderingsregeling is bedoeld om bedrijven te helpen en ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen', legt Lensink uit. 'Met dit eindbod, inclusief de uitzonderingsregeling, houden we rekening met de belangen van werkgevers en hun werknemers op de korte en de wat langere termijn. Op de korte termijn door de lonen al in januari gematigd te verhogen. En op de lange termijn door de lasten niet al te snel te laten stijgen en zo werkgelegenheid te behouden.'