ACM: markt nog niet klaar voor 'groene transitie'

De marktvraag in binnen- en buitenland staat een grootschalige transitie naar een duurzame land- en tuinbouw nog in de weg. Wel ontvangen biologische boeren en tuinders doorgaans gemiddeld een betere prijs voor producten dan hun reguliere collega's.

ACM%3A+markt+nog+niet+klaar+voor+%27groene+transitie%27
© Twan Wiermans

Dat zijn een paar van de hoofdbevindingen uit Agro-Nutri Monitor 2020 van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en Wageningen Economic Research (WR). Deze monitor is een analyse van de prijsontwikkeling van reguliere en biologische melk, uien, tomaten, witte kool/zuurkool, peren en varkensvlees in de periode 2017-2018.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van landbouwminister Carola Schouten en brengt de belemmeringen in kaart waar boeren tegenaan lopen bij een overgang naar een duurzame productie.


Uit marktgesprekken concludeert WR dat de totale vraag in binnen– en buitenland een grootschalige omschakeling naar duurzame productie in Nederland op dit moment in de weg staat.


Vraag naar duurzame producten

Twee belangrijke factoren spelen hierbij een rol. Ten eerste produceren veel bedrijven (mede) voor de export, terwijl de vraag naar duurzame producten in die landen in verhouding gering lijkt te zijn voor het aanbod vanuit Nederland. Het exportaandeel in de Nederlandse productie is bij de meeste producten aanzienlijk.

Ten tweede kunnen bedrijven in de regel niet gedeeltelijk overschakelen naar een duurzamere productie. In het bijzonder geldt dat voor biologische productie: de gehele bedrijfsvoering moet dan om, wat leidt tot hoge omschakelkosten. Dat heeft ook tot gevolg dat bedrijven niet biologisch kunnen produceren voor de binnenlandse markt en regulier voor de export.

Voor onder duurzame keurmerken geproduceerde producten geldt bovendien dat afnemers in het buitenland daarvoor minder vaak bereid zijn een meerprijs te betalen. Dit probleem geldt bijvoorbeeld ook voor dierlijke producten (varkensvlees en melk) die later in de keten worden verwerkt tot een ander product.


Terugverdienen

De Agro-Nutri Monitor 2020 kijkt voor de periode 2017-2018 of boeren en tuinders, die zijn omgeschakeld naar biologische productie, hun productiekosten kunnen terugverdienen. Bij vijf biologische producten was dat het geval; uien, tomaten, witte kool/zuurkool, peren en varkensvlees. Biologische boeren en tuinders hadden in deze periode bij de meeste producten gemiddeld een hogere netto winstmarge dan hun reguliere collega's.

Reguliere en biologische melkveehouderijen, die een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse landbouwproductie, draaiden in deze periode gemiddeld genomen verlies. In de reguliere sector leden in deze periode ook varkenshouders gemiddeld genomen een verlies.


Omschakeling

Boeren en tuinders ervaren verschillende belemmeringen bij de omschakeling naar duurzame productie. Veel genoemde belemmeringen zijn de onzekerheid over (steeds veranderende) productie-eisen voor duurzame productie en de kosten van omschakeling.


Ook duurt het twee tot drie jaar voordat een boer die omschakelt, zijn producten mag verkopen als biologisch, terwijl hij in die tijd wel hogere kosten heeft. Daarnaast noemen boeren en tuinders ook de afname van de opbrengst (per hectare) en de geringe afzetmogelijkheden door de beperkte vraag naar biologische producten, zowel nationaal als internationaal.


Verdeling consumenteneuro

De monitor brengt ook de verdeling van de consumenteneuro over de partijen in de keten in kaart; de brutomarges. De resultaten laten zien dat voor de onderzochte producten boeren en tuinders een groter aandeel hebben in de consumenteneuro bij biologische producten dan bij reguliere producten, met uitzondering van producenten van peren en melk.


Verdeling brutomarges. bron: ACM
Verdeling brutomarges. bron: ACM © Agro-Nutri Monitor 2020

Supermarkten hebben een geringer aandeel in de consumenteneuro bij biologische producten in vergelijking tot reguliere producten, met uitzondering van peren. De schakelhandel en verwerking blijkt alleen bij melk en peren een groter aandeel in de consumenteneuro te hebben bij biologische producten in vergelijking tot reguliere producten. Alleen bij reguliere uien en tomaten gaat een groter deel van de consumenteneuro naar de supermarkt dan naar de boer.

Voor biologische producten geldt dat het deel wat de boer en tuinder ontvangt voor alle producten groter is dan het deel dat de supermarkt ontvangt. De handel heeft alleen voor reguliere uien een grotere bruto marge dan de primaire producent.


Verdeling nettomarges

WR heeft ook gekeken hoe de gemiddelde nettomarges en kosten zijn verdeeld over de opeenvolgende schakels in de zes ketens. Voor supermarkten zijn de gemiddelde nettomarges op biologische producten zonder uitzondering lager dan op reguliere producten. Voor drie biologische producten (peren, tomaten en varkensvlees) zijn die marges zelfs negatief.

Deze marges zijn lager, omdat door het geringer inkoopvolume de kosten per product hoger uitvallen. Daarnaast maken de supermarkten bij biologische meer kosten door derving van producten. De negatieve marge bij varkensvlees, zowel biologisch als regulier, wordt verklaard doordat supermarkten deze producten tegen scherpe prijzen inzetten als klantentrekker.


Verdeling nettomarges. bron: ACM
Verdeling nettomarges. bron: ACM © Agro-Nutri Monitor 2020

Nader onderzoek is nodig of de conclusie met betrekking tot de negatieve netto marges voor supermarkten gevoelig zijn voor de wijze waarop kosten van supermarkten aan producten zijn toegerekend, stelt de ACM.

In de onderzochte periode ligt voor uien, witte kool, peren en varkensvlees, de netto marge per kilo product voor een biologische boer hoger dan voor een regulier bedrijf. De kanttekening dient hierbij te worden gemaakt, dat biologische teelt mogelijk ook grotere productierisico's met zich brengt dan reguliere teelt.

Voor tomaten ligt de netto marge per kilo tomaat bij biologische producenten lager dan bij reguliere producenten. Ook de biologische melkveehouderij realiseerde een lagere nettomarge per kilo melk dan de reguliere melkveebedrijven. Er zijn op basis van dit onderzoek geen aanwijzingen dat de lagere nettomarges voor biologische tomatenproducenten en melkveehouderijen kunnen worden verklaard door marktwerkingsproblemen.


Financieel haalbaar

De ACM benadrukt dat uit het onderzoek niet de conclusie kan worden getrokken dat de omschakeling naar biologische productie financieel haalbaar is voor alle reguliere bedrijven. Daarvoor is het aantal onderzochte producten, bedrijven en de onderzoeksperiode te beperkt. Of omschakelen financieel haalbaar is, hangt bovendien af van de specifieke bedrijfsomstandigheden en de omvang van de vraag naar biologische producten in binnen- en buitenland.

De belangrijkste resultaten over prijzen en marges in dit onderzoek gaan over biologische producten, maar inzichten met betrekking tot producten die onder private keurmerken worden geproduceerd (met name On the way to PlanetProof) zijn ook meegenomen. WR constateert dat een deel van de primaire producenten weerstand heeft tegen keurmerken, terwijl een ander deel aangeeft zonder veel moeite aan de eisen van die keurmerken te kunnen voldoen.


Keurmerken

Een klacht die naar voren komt in de interviews en de enquête is dat de eisen van onder andere keurmerken ten aanzien van duurzame productie onduidelijk zijn en te vaak veranderen. Daardoor ervaren primaire producenten te veel onzekerheid bij het aanpassen van het productieproces voor de langere termijn. Primaire ondernemers hebben ook het gevoel dat er geen meerprijs betaald gaat worden voor de extra eisen die aan de productie worden gesteld.


Klik voor de complete monitor op onderstaande pdf

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
Meer weer