Melkveehouder Gille: 'We hebben te maken met een nieuwe werkelijkheid'

De schaalvergroting in de landbouw heeft haar grenzen bereikt. Slechts een kleine groep boeren kan er in de toekomst nog een boterham mee verdienen, voorspelt Peter Gille, melkveehouder en bedrijfsontwikkelaar in het Zuid-Hollandse Bergschenhoek. 'Wij boeren hebben te maken met een nieuwe werkelijkheid.' Hij verwacht dat het gezinsbedrijf overleeft, maar wel met een neventak of vaste baan ernaast. Gille wil boeren inspireren om te zoeken naar kansen. 'Er is altijd een deur die voor jou opengaat.'

Melkveehouder+Gille%3A+%27We+hebben+te+maken+met+een+nieuwe+werkelijkheid%27
© Pim Mul

Gille (47) is opgegroeid aan de rand van Rotterdam, in Bergschenhoek. Hij kleurt graag buiten de lijntjes, noemt zich een vrijdenker en werkt met een tienjarenplan. 'Ik heb altijd een stip aan de horizon.' De komende tien jaar wil hij een zorglandgoed ontwikkelen. 'Niet om te cashen, maar om een mooie plek te creëren voor mensen die begeleiding nodig hebben.'

Alle gezinsbedrijven gaan er in de toekomst iets naast doen

Peter Gille, melkveehouder en bedrijfsontwikkelaar in Bergschenhoek

Afgelopen decennium bouwde Gille zijn melkveebedrijf samen met zijn vrouw Annigje uit met een kinderdagverblijf, zorgtak, winkel, camping en restaurant. Juist in die neventakken behaalt hij de hoogste omzet en grootste marges. 'Een tuinder zei me eens dat zijn bedrijf pas groeide, toen hij zich steeds meer onttrok uit het primaire productieproces.' Volgens Gille kunnen we veel leren van ondernemers die niet met boerenogen naar de sector kijken. 'Soms is het goed om vaste denkpatronen los te laten.'


U bent opgeroeid tussen de stedelingen. Wat leerde u van hen?

'Ons melkveebedrijf ligt tegen de stad aan. Ik ben opgegroeid in Bergschenhoek en had geen boerenkinderen in de klas. Het heeft mij gevormd. Ik deed de mas in Gouda, maar heb geen boeren in mijn vriendenkring.

'Mijn Randstedelijke vrienden werden ondernemers en managers. Ze hebben banen met veel verantwoordelijkheid. Door hen kijk ik met een andere bril naar de agrarische sector. Ze zijn allemaal gepokt en gemazeld door het bedrijfsleven. Daar leer ik superveel van.

'Maar was ik opgegroeid in een echte boerengemeenschap elders in het land, dan had ik deze brede blik waarschijnlijk niet gehad.'


Hoe kijken stedelingen naar de agrarische sector?

'De Randstedelijke ondernemers met wie ik mee omga, snappen niet waar wij mee bezig zijn. Waarom run je een bedrijf met zulke lage marges? Waarom investeer je zoveel voor zo weinig rendement? En waarom steek je zoveel uur in je bedrijf? Ze begrijpen niet dat wij dit leuk vinden. Volgens hen zijn er nog zoveel andere dingen waar je plezier uit kunt halen.

'Dat zette mij aan het denken. Ze hielden me een spiegel voor en dat heb ik positief gebruikt. Ik ontdekte dat er nog zoveel andere mogelijkheden zijn naast mijn veebedrijf. Het hielp mij om mijn bedrijf te ontwikkelen tot hoe het nu is.'


Wat is de grootste bedreiging voor Nederlandse boeren en tuinders?

'Dat is de lage marge. Absoluut. De kostprijs stijgt alleen maar. Alle technologische ontwikkelingen die gepaard gaan met schoner produceren, jagen de kosten verder op. Dat geldt eigenlijk voor alle ontwikkelingen. De verhoudingen zijn scheef. Dat is het probleem van de hele sector en niet alleen in Nederland.'


De landbouwsector is volgens u ongezond?

'Het systeem klopt niet. Er is geen enkele bedrijfstak in Nederland waarbij mensen meer dan 60 uur per week werken en akkoord gaan met een salaris voor 40 uur of minder. Maar wij boeren accepteren dat wel. We praten het goed voor ons zelf. We zijn eigenaren, het bedrijf zit generaties in de familie, we wonen mooi en hebben liefhebberij voor het bedrijf. Iedereen ziet dat het te weinig opbrengt in verhouding tot de financiering en het stille kapitaal dat in het bedrijf zit. Daar zit de crux.

'Anderzijds leveren we het beste voedsel ter wereld, we produceren het schoonst en we exporteren veel. We hebben ons productiesysteem weten te perfectioneren. Internationaal staat onze landbouw ontzettend goed op de kaart. Dus onze bedrijven zouden succesvol moeten zijn, maar ondertussen doen we het vaak met een klein inkomen.'


Moet Nederland volop voedsel blijven produceren voor de export?

'We moeten onszelf de vraag stellen of we zo'n groot exporterend land willen blijven. We leven in een klein, dichtbevolkt land en leggen met onze agrarische bedrijven een grote druk op de omgeving.

'Ik zie meer toekomst in regionalisering. Oftewel: werken met korte ketens en het vermarkten van de zachte waarden van de landbouw, zoals beleving en groen. Maar dit werkt alleen in de Randstad en rondom grote steden.'


Wat is de oplossing?

'In het huidige systeem, met hoge kosten, lijkt schaalvergroting de enige manier. Dat is al jaren zo. Maar op een gegeven moment houdt het op. De grens is bereikt. Mocht het de sector lukken om de marges te verhogen, dan leidt dit doorgaans meteen weer tot schaalvergroting. Dus dat is niet de oplossing, tenzij er een prikkel komt die verdere uitbreiding beperkt. Voor een kleine groep, ik verwacht 25 procent van de boeren, zal schaalvergroting zeker nog kansen bieden. Maar daar blijft het bij.

'Sicco Mansholt, die na de Tweede Wereldoorlog het Nederlandse landbouwsysteem hervormde, keek eind jaren negentig terug op zijn beleid. Hij kwam tot inkeer en besefte dat het systeem van schaalvergroting niet werkte. Hij zei iets opvallends: 'Vrijkomende landbouwgrond moest weer aan de natuur worden teruggegeven.' Eigenlijk zou elke boer zich moeten verdiepen in het systeem van Mansholt. Lees bijvoorbeeld eens De Graanrepubliek.'


Tekst gaat verder onder kader.

Zomerserie over toekomst

De toekomst van de landbouw, de rol van boeren en tuinders in onze samenleving en het belang van een eigen voedselproductie staan ter discussie. Daarom maakt Nieuwe Oogst deze zomer een serie interviews over de vraag: hoe ziet de toekomstige landbouw eruit en welke plek hebben de boeren en tuinders in onze veranderende samenleving? De interviews zijn niet bedoeld om de toekomst te voorspellen, maar om denkrichtingen te bieden over hervormingen van de landbouw, de rol van voedsel, mondialisering, regionalisering, gezondheid en technologie. • Bekijk de interviews die tot nu toe zijn verschenen

Welke toekomst wacht het gezinsbedrijf?

'Ik verwacht een tweedeling in de sector. Enerzijds blijft er die kleine groep grootschalige bedrijven en de andere 75 procent betreft boeren met een gemiddelde schaalgrootte. In de melkveehouderij stopt dit bij 120 koeien. Deze omvang kun je als gezinsbedrijf met automatisering nog aan. Deze boerengezinnen moeten er iets naast gaan doen, anders redden ze het niet. Ze investeren in een neventak buiten de agrarische sector die wel rendement oplevert of ze kiezen voor een baan buiten de deur. Trouwens, velen doen dat al omdat ze nu al niet kunnen leven van hun bedrijf.'


Verwacht u dat er veel boeren zullen stoppen?

'Ja, dat kan niet anders. Het zijn boeren zonder opvolgers en kleinschalige bedrijven. Boeren willen koste wat het kost boer blijven. Maar als een loodgieter slecht draait, moet hij zijn tent ook sluiten. Hoe triest ook, het is de realiteit.

'Boeren roepen soms om een visionair zoals Sicco Mansholt. 'Nooit meer honger', was zijn slogan. Hij was goed voor boeren. Maar hij zei ook iets anders. Dat keuterboertjes moesten verdwijnen en dit gebeurde ook. Zijn maatregelen zorgden voor een enorme schifting.'


Mist de Nederlandse landbouw een visionair?

'Jazeker. Er is niemand die een stip op de horizon durft te zetten. En dat hebben we nodig. Iemand die boeren een richting opstuurt. Beleidsmakers spelen erg kort op de bal. Het is symptoombestrijding.'


Van welke landen kan Nederland leren?

'Oostenrijk en Zwitserland hebben het zo slecht nog niet gedaan. Door natuurlijke handicaps en een slechte infrastructuur zijn de boerenbedrijven er klein gebleven. Boeren zagen decennia geleden al dat ze hun inkomen moesten aanvullen via een vaste baan of neventak zoals natuurontwikkeling. Deze systematiek zorgde ervoor dat schaalvergroting minder uit haar voegen kon barsten zoals dat nu bij ons gebeurt.'


Snapt u de frustratie van demonstrerende boeren?

'Ik hoor bij de gematigde meerderheid. Dat is volgens mij een grote groep. Ik begrijp het vaak niet. Ik kijk er anders naar. Je kunt deze ontwikkeling niet meer stoppen. We hebben te maken met een nieuwe werkelijkheid. Mijn mindset is: 'Als het zo is, dan is het zo.' Ik accepteer het. Het heeft geen zin om je hakken in het zand te zetten. Veel liever steek ik mijn energie in uitdagingen die wel renderen.'


Heeft u niet makkelijk praten? U verdient immers goed aan uw neventakken.

'Die opmerking krijg ik ontzettend vaak. Maar begrijp me niet verkeerd, ik voel me nog steeds boer. Mijn hart gaat sneller kloppen als ik naar mijn koeien kijk. Daarnaast ben ik ondernemer. Ik noem mezelf ook wel een business developer, bedrijfsontwikkelaar. Ons verbrede bedrijf kwam ons zeker niet aanwaaien. We hebben hard gezwoegd om hier te komen.

'Mijn vader runde het melkveebedrijf destijds met zijn broer. Toen die uit de maatschap ging, is hij uitgekocht. Daarna kwamen de lastige jaren na de nieuwbouw op deze locatie, midden in de economische crisis. We zijn zwaar gefinancierd en zaten een poos in bijzonder beheer.'


Het water heeft u een paar jaar lang aan de lippen gestaan. Hoe ging u daarmee om?

'Het was pittig en dat is het nog steeds. De financiële druk is hoog, al gaat het geleidelijk de goede kant op. Maar ook in deze situatie heb ik veel gehad aan de mensen die niet met boerenogen naar mijn bedrijf keken. Ze leerden mij om elke deelonderneming apart te zien, mijn bedrijf op te knippen en te kijken hoe elke tak gezonder kon worden.'


Welke boodschap heeft u voor boeren?

'Omring je met mensen van wie je energie krijgt. En gun jezelf de rust om een uitdaging of probleem te onderzoeken. Kom niet meteen in de weerstand.

'Ik heb veel aan de zin: 'Verbaas u niet, verwonder u slechts.' Het is een uitnodiging om je niet te ergeren, maar om je te verwonderen over hoe zaken lopen. Om oplossingsgericht te zijn. Kijk waar kansen liggen voor je bedrijf en zoek daarbij de verbinding met anderen. Mopper niet, maar maak een plan. Waar wil je over tien jaar staan? Als je dit met een open blik onderzoekt, is er altijd een deur die voor jou opengaat.'


Peter Gille

Peter Gille voelt zich boer én bedrijfsontwikkelaar. Hij deed de mavo en ging naar de mas. Daarna werkte hij enkele jaren bij een loonbedrijf om daarna op het ouderlijk melkveebedrijf aan de slag te gaan. Zijn bedrijf telt 108 melk- en kalfkoeien (melkproductie per koe per jaar 9.500 kilo) en 50 hectare grond. Jongvee heeft hij niet. Hij koopt vaarzen op contract bij een collega-veehouder. Tien jaar geleden bouwde Gille met zijn vrouw Annigje op een nieuwe locatie in Bergschenhoek een verbrede boerderij. Naast het melkvee hebben ze een kinderdagverblijf, camping, zorgtak, winkel en restaurant. 10 procent van de omzet komt binnen via het veebedrijf, 50 procent uit het kinderdagverblijf en de overige omzet uit de andere takken. De ondernemers hebben 45 medewerkers (35 fte's), onder wie een bedrijfsleider op het melkveebedrijf. Gille is voorzitter van Verenigde Agrarische Kinderopvang. Hij is kerkelijk actief en begeleidt jongeren. Gille is deelnemer van De Nieuwe Boerenfamilie waarbij boeren worden gekoppeld aan professionals buiten de agrarische sector met als doel innovaties te versnellen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer