Bladluizen en trips onder controle in Noord-Hollandse proef

Op 12 juni waren er gemiddeld vijf bladluizen per natuurlijke vijand. Ruimschoots voldoende om bladluizen onder controle te houden. De vuistregel is maximaal tien per natuurlijke vijand.

Het grootste aantal natuurlijke vijanden bestond uit sluipwespen die bladluizen parasiteren, gevolgd door zweefvliegen en gaasvliegen, waarvan de larven bladluizen eten, en lieveheersbeestjes. Er waren geen noemenswaardige verschillen tussen bedrijven met of zonder akkerrand.

Zaaiuien

In de zaaiui is bij twee bedrijven een sterke stijging van het aantal tripsen per plant te zien. Terwijl dit aantal op de vier andere bedrijven veel minder sterk toeneemt en ruimschoots onder de schadedrempel blijft van één trips per blad. Op alle bedrijven is dezelfde bloemenrand ingezaaid met boekweit en schermbloemigen. En er zijn tellingen gedaan van natuurlijke vijanden en bodeminsecten.

LTO Noord houdt op 17 september een bijeenkomst om de resultaten met akkerbouwers te bespreken. In maart ging het onderzoek van start op bedrijven in Noord-Holland. Geëxperimenteerd werd met natuurlijke plaagbestrijdingen, zoals trips in uien en luis in (consumptie)aardappelen. In mei werden de eerste metingen in de uien uitgevoerd, in juni in de aardappelen.

Deze experimenten zijn onderdeel van het project Functionele Agro Biodiversiteit (FAB+). Dit is een samenwerking van verschillende partijen, waaronder WUR, LTO Noord, NFO, KAVB, IRS, Suiker Unie, Mans Weert, Boltha, BO Akkerbouw, The Greenery en LTO Nederland. Zij proberen de inzet van natuurlijke plaagbestrijders te verbeteren in verschillende teelten.