Evers: bemesten en schoffelen in één werkgang

De machine heeft aan beide zijden van de plantrij een mestuitloop vanuit de verdeelmolen. Daarna volgt de roterende schoffel die de grond tot een werkdiepte van 5 tot 10 centimeter mengt met de mest. Met dezelfde roterende beweging roert de schoffel de grond naar de plantrij toe. Zo komen de nutriënten dichter bij de wortels van de maisplant voor een betere opname.

Doordat de mest met de grond is vermengd, is deze minder geconcentreerd. Daarmee neemt ook het risico op verbranding van de maisplant af. En de grond tussen de plantrijen wordt belucht, wat het bodemleven verder activeert. Eventueel onkruid wordt omgeschoffeld in dezelfde werkgang.

De vraag om deze machine te ontwerpen komt oorspronkelijk van enkele loonwerkers uit Duitsland. Door de wettelijke beperkingen op toegestane hoeveelheden uit te rijden mest, willen zij het aandeel dat vervliegt of uitspoelt minimaliseren. Een nagift in mais die in de grond wordt ingewerkt, draagt daaraan bij. Dat kan de machine ook aantrekkelijk maken voor Nederland.

De schoffelbemester met typeaanduiding SB is er als acht- en twaalfrijige uitvoering. Elke uitvoering is te krijgen met een spoorbreedte van 150 en 225 centimeter.

Ook met zaaimachine

De roterende schoffel heeft bovendien als voordeel dat deze, in tegenstelling tot een beitelschoffel, minder stroopt bij grote hoeveelheden onkruid, stelt Evers Agro. Deze is ook te krijgen in combinatie met een pneumatische zaaimachine voor de onderzaai onder mais.

Het totaalgewicht van de schoffel met bemester varieert voor een achtrijer tussen de 1.750 en 1.775 kilo. Een twaalfrijer weegt tussen de 2.275 en 2.300 kilo. Er moet wel met een relatief zware mesttank op smalle banden tussen de gewasrijen worden gereden of een sleepslang worden gebruikt. Opgeklapt is de machine nog 2,75 meter breed.