Friese jacht op steenmarter zorgt voor minder nestroof

Het aantal weidevogelkuikens dat uit het ei kwam, steeg desondanks met slechts 7 procent naar 46 procent, geeft de provincie aan. Bij Aldeboarn is de steenmarter veruit de grootste rover van weidevogelnesten, bleek uit onderzoek van de provincie in 2017.

Deze dieren mochten daarom van 7 maart tot en met 30 juni 2018 worden gevangen. Dat leidde ertoe dat het aandeel van steenmarters in het leegroven van nesten daalde naar 35 procent. Dat was vorig jaar nog 55 procent. In totaal zijn er in tien steenmarters gevangen. Twee steenmartervrouwtjes met jongen zijn met rust gelaten. Zij waren tijdens de onderzoeksperiode aanwezig in het gebied.

Vos

De lichte stijging van het aantal weidevogelkuikens komt volgens de provincie waarschijnlijk door de twee zogende steenmartervrouwtjes en een vos, die in het gebied jaagden op nesten en kuikens. Het effect van het vangen van de marters is daardoor minder zichtbaar. Desondanks spreekt de provincie van een duidelijke daling van predatie van weidevogelnesten door steenmarters.

De steenmarter en vos waren vorig jaar ook de belangrijkste predatoren van weidevogelnesten rondom Aldeboarn. In 2017 was het aandeel van de steenmarter groter dan dat van de vos. In 2018 had de vos juist het grootste aandeel. Zonder de predatie door de twee steenmartervrouwtjes en de vos zou de nestoverleving 90 procent zijn geweest. Mits deze nesten niet op een andere manier verloren waren gegaan.

Kansrijke maatregel

Het vangen van steenmarters in weidevogelgebieden lijkt een kansrijke maatregel om weidevogels te beschermen, geeft provincie Fryslân aan. Die wil de proef zoals in Aldeboarn daarom graag uitbreiden naar nieuwe locaties. De provincie heeft hiervoor subsidie aangevraagd bij het Rijk.