Schop kan grond in bij SMV mestbewerking

'Ik ben heel blij', reageert Nort Denissen. 'Het werd ook tijd dat er een uitspraak kwam. Onze insteek is altijd geweest om geen overlast voor de omgeving te veroorzaken. Maar ja, de veehouderij ligt altijd onder een vergrootglas. Dat is nou eenmaal zo.'

Het draaide in deze zaak, naast geur- en geluidsaspecten, vooral om de vraag of de beoogde mestbewerking van SMV wel of geen zogenoemde IPPC-installatie is. Bij een dergelijke vorm van mestbewerking vinden fysisch-chemische behandelingen van de mest plaats. In dat geval is de provincie bevoegd gezag als meer dan 25.000 kuub van de aangeleverde mest van externe partijen afkomstig is.

IPPC of niet

De bezwaarmakers stelden dat SMV aangemerkt moet worden als een IPPC-installatie en dat daarom de gemeente niet bevoegd was om een omgevingsvergunning te verlenen. Maar de Raad van State is het daar niet mee eens.

Weliswaar is het overgrote deel van de te bewerken mest van SMV afkomstig van externe partijen, maar omdat de mest wordt gehygiëniseerd, gescheiden en gefilterd is er volgens de rechter geen sprake van een fysisch-chemische behandeling. Dat betekent dat SMV niet aangemerkt kan worden als een IPPC-installatie.

Precedentwerking

Door deze uitspraak lijkt de weg niet alleen vrij voor SMV, maar ook voor andere mestverwerkers waarbij discussies zijn over het bevoegd gezag. ‘De provincie Noord-Brabant heeft tot nu toe gesteld dat alle mestbe- en verwerkers met meer dan 25.000 kuub onder hun bevoegdheid vallen', legt Raymond Derks, specialist mestverwerking bij ZLTO, uit. 'Maar dat is nu dus nog slechts in enkele uitzonderlijke gevallen het geval, zoals bij grootschalige vergisters.'