'Gras vervangt kilo zeugenbrok per dag'

Biologisch varkenshouder John Reimert in Heino houdt 150 zeugen. Bij de dragende zeugen vervangt hij een deel van het mengvoer door gras. Reimert heeft 10 hectare grond in gebruik. Een deel daarvan grenst aan de stallen. In het groeiseizoen zijn die in gebruik als uitloop voor de dragende zeugen.

De uitdaging is om de zeugen zoveel mogelijk te laten grazen en de zode zo min mogelijk te laten vernielen. Reimert: 'Dat lukt door minder krachtvoer te voeren. De zeugen hebben dan meer behoefte om te vreten dan om te wroeten. Vanaf 19 uur gaan de voerstations weer open. Ik voer door het jaar heen ongeveer 1 kilo krachtvoer per dag minder.'

Grasaanbod

Ongeveer eens per twee weken wisselen de zeugen van perceel. Op de uitlooppercelen groeit minder gras dan ze aankunnen. Als het grasaanbod afneemt, voert Reimert in ruiven vers gras bij via zomerstalvoedering.

De maaipercelen gebruikt hij ook om kuilgras te winnen dat in grote balen gaat. 'Redelijk vochtig kuilvoer vinden de zeugen het lekkerst. Ik maai het gras relatief jong, voor zowel de zomerstalvoedering als het kuilvoer. De voederwaarde is dan hoog en het gras is redelijk verteerbaar voor zeugen. Omdat varkens geen pens hebben, kunnen ze stengelig gras minder goed benutten.'

Bijvoeren

Het bijvoeren van gras aan de dragende zeugen bevordert hun welzijn, omdat ze verzadigd raken. Financieel is het telen van gras als voer voor dragende zeugen volgens Reimert ook interessant. 'Bij dragende zeugen voer ik bijna de helft minder mengvoer. Jaarlijks scheelt dat enkele honderden kilo's voer per zeug. Daar kun je wel gras voor verbouwen', zegt de varkenshouder.

• Lees het hele verhaal met praktijkvoorbeelden van een vleeskuikenhouder die veldbonen teelt en een leghennenhouder met een eigen teelt van mais, tarwe en koolzaad.