'Halen we die 82,1 procent niet, dan volgen weideregels'

Waarom vindt u dat verstandig?

'Weidegang is vakmanschap om koeien te laten grazen. En vakmanschap kun je lastig verplichten. Als het een uitloop wordt, verlies je ook de economische fundamenten van weidegang: koeien halen zelf vers gras met een hoge voederwaarde uit de wei. Daar wordt de maatschappij ook niet gelukkig van. Een uitloop is natuurlijk slechts een slap aftreksel van weidegang. Het wordt ook moeilijker te handhaven, als regels de enige motivatie zijn om koeien buiten te laten lopen.'

Het verbaast me overigens dat we als melkveehouderij nog te weinig naar het hele bedrijf kijken, maar alleen naar de koe

Kees-Jaap Hin, secretaris Stichting Weidegang

Het aantal melkveebedrijven dat koeien weidt, bedroeg in 2016 76,5 procent. Is 81,2 procent in 2020, zoals afgesproken in het Convenant Weidegang, haalbaar?

'Daar zeg ik volmondig 'ja' op. Natuurlijk kan ik niet garanderen of het echt gaat lukken, maar het kan zeker. Het ziet ernaar uit dat 2017 een positief beeld gaat geven. Die 5 procent verschil is al lang geen 5 procent meer. Het enthousiasme voor weidegang neemt toe. Nieuwe weiders laten zien dat het kan. Natuurlijk is ook de maatschappelijke druk groot. Het is heel bijzonder dat er zinnen over weidegang in het regeerakkoord staan. Daar komt nog bij dat de Tweede Kamer begin dit jaar over twee moties over weidegang heeft gestemd. De politiek zit erbovenop.'

Vreest u niet dat er alsnog een verplichting tot weidegang komt?

'Als we het doel in 2020 niet halen, dan is de kans groot dat politiek Den Haag ermee aan de haal gaat. Zelfs met CDA en VVD in het kabinet wordt er met deze zinsnede al op vooruitgelopen dat er regels komen, als die 82,1 procent niet wordt gehaald.'

Wat moet er gebeuren om melkveehouders te stimuleren om hun koeien naar buiten te doen?

'Ze moeten gewoon koeien weiden en vooral inzien dat er een economische casus onder ligt. Een weidepremie van 1,5 cent levert een bedrijf met 1.000.000 kilo melk zo'n 15.000 euro op. Daar kun je mooie dingen mee doen. Het verbaast me overigens dat we als melkveehouderij nog te weinig naar het hele bedrijf kijken, maar alleen naar de koe. Er is nu een hele discussie gaande over voerefficiëntie. Maar als ik nu op een erf kom, zie ik enorme bulten ruwvoer. Het zou juist moeten gaan over hoe dat gras tot waarde te brengen. Daar is nog een wereld te winnen.'