Boer duimt voor voorkeurscoalitie

Afgaande op het stemgedrag zien boeren en tuinders het wel zitten met een kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Uit het in februari gepubliceerde verkiezingsonderzoek van Nieuwe Oogst en AgriDirect bleek dat 71 procent van de agrariërs op een van de partijen stemde die nu aan tafel zitten.

Uit de top 6 van onder boeren en tuinders populaire partijen zitten nu vier partijen aan tafel. CDA (41 procent), VVD (25 procent), SGP (17 procent), PVV (9 procent) en ChristenUnie (4 procent) en D66 (ruim 1 procent) trokken de meeste stemmen.

Dat wil niet zeggen dat van een eventueel christelijk-liberaal kabinet boervriendelijk beleid te verwachten is. De agrarische achterban rekent er echter wel op dat hun belangen bij deze partijen zwaar wegen in het landbouw- en ondernemersbeleid, ook met het oog op de aanpak van milieu- en klimaatverandering. Op z'n minst beter dan bij partijen die voluit inzetten op een krimp van de agrarische productie.

Een ander gunstig signaal uit Den Haag is er omtrent het pleidooi voor een zwaarder gewicht van het landbouwdepartement. Huidig EZ-minister Henk Kamp pleit opnieuw voor een opwaardering van Economische Zaken tot een superministerie met twee ministers.

Het geeft maar aan dat er beweging lijkt te zitten in het debat omtrent de bestuurlijke inrichting van het land- en tuinbouwbeleid.

De LTO-lobby voor een ministerie van Voedsel en Landschap gaat in ieder geval onverminderd voort.