Aanpak BVD en IBR onder voorwaarden

Voorwaarde is dat er de komende maanden cruciale stappen worden gezet met alle rundveesectoren. Ook moet een aantal zaken binnen de sectoren en het ministerie van Economische Zaken worden afgesproken, anders worden de leveringsvoorwaarden ingetrokken.

Deze stap van de zuivelverwerkers is nu noodzakelijk om, als alles verder voorspoedig loopt, 1 januari 2018 over te kunnen gaan tot een verplichting. Worden de leveringsvoorwaarden later opgenomen, dan komt de verplichting per 1 januari 2018 ook in het geding. Hoe de maatregelen om te komen tot een verplichte bestrijding worden verdeeld tussen private en publieke maatregelen is nog niet duidelijk. Deze stap van de zuivelverwerkers zegt niets over deze verdeling en verantwoordelijkheden in het definitieve programma.

Draagvlak

'Een aanpak door enkel de melkveehouderij lukt niet. De kans is groot dat we dan een averechts effect krijgen dat het draagvlak ondermijnt', zegt voorzitter Toon van Hoof van stuurgroep IBR/BVD.

'Het CVI-onderzoek dat in opdracht van de stuurgroep is uitgevoerd, geeft nadrukkelijk aan dat er alleen een succesvol bestrijdingsprogramma mogelijk is als alle rundveesectoren meedoen. Bedrijven die vrij zijn van IBR of BVD, kunnen dan juist een uitbraak krijgen, doordat bijvoorbeeld bij een vleesveehouder het virus wel rondwaart', stelt Van Hoof.

Overleg

'Als stuurgroep zijn we met de het ministerie van Economische Zaken, de vleesveehouderij, kalverhouderij en melkveehouderij in overleg over hoe we alle dubbeltjes op de juiste plek kunnen krijgen, waardoor een waterdicht systeem ontstaat. De wil is er bij alle partijen.'