Food Valley pakt fijnstof aan

Met het manifest willen agrarische belangenorganisaties, kennisinstellingen, provincie Gelderland en gemeenten Barneveld, Ede, Renswoude en Scherpenzeeleen gezonde leefomgeving in de regio te waarborgen voor mensen en dieren, met behoud van een innovatieve veehouderijsector.

Verhoogde concentratie

Eerder dit jaar werd bekend dat in de regio Food Valley en dan met name in het gebied tussen Barneveld, Ede, Renswoude en Scherpenzeel sprake is van verhoogde concentraties fijnstof, geur en ammoniak.
De lokale veehouderij heeft daarin een belangrijke bijdrage maar volgens Evert van Veenschoten, bestuurslid van de afdeling Gelderse Vallei van LTO Noord zijn echter op dit moment te weinig praktische, haalbare en betaalbare technieken beschikbaar om de uitstoot te verminderen.' Dat komt onder andere doordat de huidige wet- en regelgeving innovatieve ontwikkelingen niet meer stimuleert.'

Volgens Van Veenschoten komen er volgend jaar 3 tot 10 pilots met emissieverlagende technieken.

Aanpak aan de bron

van emissie bij de bron heeft de voorkeur. 'Dat komt het stalklimaat ten goede waardoor boeren, buren èn dieren er van profiteren', stelt van Veenschoten. 'Bij een end-of-pipe-oplossing zoals een luchtwasser heeft meestal alleen de omgeving er wat aan. We zoeken echter vooral naar technieken die ook de ondernemer voordeel opleveren. Dan ontstaan er haalbare en ook betaalbare oplossingen.'

Strooiselschuiven

Van Veenschoten denkt bijvoorbeeld aan het toepassen van strooiselschuiven en een ionisator en aan het vernevelen van een oliefilm op het strooisel.
Sommige end-of-pipe-oplossingen zoals een warmtewisselaar of droogtunnel kunnen echter ook interessant zijn vanwege lagere stookkosten of lagere mestafzetkosten. Ook zouden pluimveehouders mqaatregelen kunnen combineren.

Betaalbaar

Bedoeling is dat er op korte termijn meer betaalbare technieken op de RAV-lijst (Regeling Ammoniak en Veehouderij) komen. Zo gauw de technieken beschikbaar zijn komt er een vijfjaarlijkse APK voor bestaande stallen om te beoordelen of ze voldoende emissiearm zijn. Zo niet dan moeten pluimveehouders extra maatregelen nemen.