PPO Randwijk introduceert pruimenonderstam

De onderstam is overgebleven uit een langjarig selectieonderzoek met sleedoornzaailingen. Vanaf 1987 zijn in het Nederlandse fruitteeltonderzoek zo'n duizend zaailingen getest op hun toepasbaarheid in de pruimenteelt. Uiteindelijk is daarvan alleen de WUR S766 overgebleven.

Tijdens de Kennisdag van de fruitteelt afgelopen vrijdag in Wageningen gaf Ravesloot een toelichting op de eerste resultaten van een kleine demoproef. Daarin wordt de nieuwe onderstam vergeleken met de standaardonderstammen St Julien A en VVA-1. De proefrassen zijn Opal en Victoria.

'Het eerste productiejaar laat zien dat de productie van de bomen met de nieuwe onderstam minimaal gelijkwaardig is aan die van de andere onderstammen. Bovendien lijken de vruchten gemiddeld iets grover', vertelt Ravesloot.

Aanplant uitgebreid

De onderzoeker beoordeelt de eerste proefresultaten als bemoedigend. Hij erkent dat het slechts een kleine demo betreft en dat het van belang is om de nieuwe onderstam langjarig te blijven volgen. Komend jaar wordt in elk geval op de proeftuin in Randwijk de aanplant met WUR S766 als onderstam verder uitgebreid.

Voor de marktintroductie van WUR S766 werkt PPO Randwijk samen in een consortium met vier bedrijven, waaronder twee boomkwekers. Inmiddels zijn zo'n 500 bomen uitgeplant op tien praktijkbedrijven verspreid over Nederland. Voor komend jaar zijn opnieuw 500 tot 1000 pruimenbomen met deze nieuwe onderstam beschikbaar.

Zwak wortelgestel

'De groeikracht van de onderstam balanceert grofweg tussen de zwakke VVA-1 en de sterkgroeiende St Julien A', aldus Ravesloot. 'In de opkweekfase is het zwakke wortelgestel en daarmee de droogtegevoeligheid een aandachtspunt van WUR S766, het toepassen van fertigatie is aan te raden. Belangrijk voordeel is dat de bomen op deze onderstam weinig gevoelig lijken voor loodglans en pseudomonas.'